Deel 5 Noorwegen 2022
11 juni
De route naar Voss (en later Flam) gaat over de E 16 en het is een goede tweebaansweg langs de Vealfjorden. In anderhalf uur hebben we Voss bereikt, waar we uitkijken naar een camperplek. Het is ongelofelijk druk in de stad vanwege een groot jeugdvoetbaltoernooi.
We passeren net voor het centrum een kleine camperplaats, maar rijden eerst toch nog even door naar een plek aan de andere kant van het stadje. Maar daar vinden we een camperplek waar we ingeklemd staan tussen de bomen, dus rijden we weer terug naar de eerste plek die we zagen.
In Voss was al meteen de grote gondel opgevallen en daar lopen we maar meteen nadat we de camper geparkeerd hebben op af. Het is 2,5 km tippelen tot we weer langs de voetballertjes komen en kijken daar eerst naar enkele partijtjes. De kleinsten spelen 4x4, de iets groteren 7 x 7.
Op hetzelfde veld als er gevoetbald wordt staat ook de stand van Outdoor Norway en met de herinnering aan Sanne haar rafting die ze hier geboekt had, gaan we maar ff kijken. De Nederlandse consulente helpt ons uitstekend en we boeken een raft voor de volgende dag vanaf 14.00 uur.
Dichtbij het veld (dat aan een meer ligt aan het begin van de bebouwing) is het station en daarbij meteen de startplek van de gondel. Met de wandelschoenen aan stappen we naar binnen en in 20 minuten staan we 800 meter hoger op een berg. Er zijn diverse routes en we besluiten het met een 5,5 km route rustig aan te doen. Het wordt een mooie tocht en mede doordat het eerder op de dag regende, zien we overal om ons heen water. De route is moeilijk te volgen en aan de kaart die ik bij de start meekreeg is totaal onbruikbaar omdat de bordjes onderweg andere namen aangeven dan op de kaart vermeld. Bij een jong stel die met 3 kleine kinderen bij een huisje met een kampvuurtje zitten, vragen we de weg en we gaan verder. We stappen door slootjes en over kleine watervalletjes. Naast het water dat we hier en daar horen stromen is het helemaal stil om ons heen. Het is een skigebied en er zijn grindstroken gemaakt voor de skiërs. Daarlangs ligt zompig mos waar je in zakt als je er overheen loopt.
Het laatste deel van de route gaat weer omhoog en als we de gondel weer bereiken zijn we moe maar voldaan.
Terug beneden lopen we nog even verder de stad in en daarna weer langs de voetballertjes terug. Mijn horloge geeft aan dat we vandaag 16 km gelopen hebben, voor Marian is het meer dan genoeg. Kort voordat we weer bij de camper zijn begint het te regenen: het was weer een mooie dag.
Op de camperplek is plaats 5 campers, maar als er die al staan komen er tot in de loop van de avond nog tientallen langs gereden op zoek naar ook een plekje.
We hebben de indruk dat het aantal campers dat Noorwegen aandoet sterk is gestegen maar dat het aantal vrije camperplekken niet is meegegroeid. Door steeds in de ochtend de afstand naar de volgende plek te overbruggen zijn we altijd vroeg in de dag op de volgende bestemming, waardoor we nog altijd de plek vinden die we zoeken.
12 juni
De dag begint met regen en het ziet er wat het weer betreft niet goed uit voor onze raft. Maar tegen de middag klaart het op en als we naar het vertrekpunt lopen is het al bijna droog. We maken er kennis met Davie en Jesper, onze begeleiders. Jesper rijdt het busje en maakt foto’s en Davie gaat mee in de boot. Er sluit ook een groep van vijf Britten aan, een vader met twee zonen en nog 2 vrienden van de zonen. We trekken de wetsuites en de reddingsvesten aan en rijden vervolgens 20 minuten naar de start bij een toch vrij wilde rivier. Davie neemt ruim de tijd voor de veiligheidsinstructies, naar later zal blijken zeer terecht. We wurmen met de boot tussen een groep bomen door voor we de waterrand bereiken. Daar stroomt het water dermate snel dat het lastig is om in de boot te komen en om niet meteen meegesleurd te worden. Uiteindelijk zitten we met achten en meteen gaat het los. Het water slaat op ons in en de boot beukt naar beneden in de wilde golven. Meteen klinkt het commando ‘Down’ en meteen duikt iedereen naar het midden op de bodem van de boot. Met ‘up’ en ‘forward’ geven we gas op een iets rustiger stuk maar als we weer een drukke stroomversnelling bereiken gilt Marian het uit vanaf de achterste positie naast Davie. Het gaat weer verder en de boot heeft een flinke snelheid. Davie had al vastgesteld dat het water door de regenval sneller stroomde dan normaal. De Britten weren zich ook goed en de twee vooraan krijgen enkele keren de volle laag van het koude water.
Na ongeveer een half uur varen komen we bij een punt waarbij Davie aangeeft dat we er zijn. We moeten ook echt naar de kant want iets verder horen we een pittige waterval. Maar we zien Jesper onze chauffeur nergens en uiteindelijk besluiten we maar op goed geluk naar de kant te gaan. Al snel duikt ook onze chauffeur op en Davie stelt voor om de route nogmaals te doen omdat het door de harde stroming wel erg snel ging. Iedereen stemt voor en de boot gaat weer op het dak van de bus.
De veiligheidsinstructies kunnen nu achterwege blijven en met twee nieuwe kopmannen neemt iedereen zijn positie weer in. Ik heb de indruk dat Davie nu nog meer de wildere golven opzoekt en deze tweede keer gaat het er nog heftige aan toe dan de eerste keer. We maken enkele keren een smak van enkele meters en de golven slaan hard op ons in. Ik voel na een zware golf het koude water via mijn hals onder mijn wetsuite trekken. Maar er is geen tijd om na te denken want we moeten ‘back’ en weer ‘forward’.
Bij het eindpunt staat Jesper met zijn fototoestel in de aanslag en de peddels gaan gezamenlijk de lucht in: we hebben het gehaald zonder dat iemand te water ging, wat volgens Davie zeker wel gekund had.
Bij terugkeer wisselen we nog een en ander uit met de Britten die hun filmpje van de gopro gaan delen en van Jesper krijgen we de link met de actiefoto’s die we al even op een groot scherm bekijken. De 2,5 km terug naar de camper laten we alle indrukken weer even zakken. We hebben het gevoel weer grenzen verlegd te hebben (woorden van Marian) en hebben weer een mooi stukje van ongerept Noorwegen gezien.
13-6-2022
Vlammen in Flam
Het plaatsje Flam hadden we al voor onze reis met rood omcirkeld. Er zou nog een oud treintje rijden wat in tal van lijstjes in de top tien van mooiste attracties staat.
De Noren blijken er tussen 1920 en 1940 veelal nog met handwerk aan gewerkt te hebben. Aanvankelijk om het personenverkeer van het ene dal naar het andere te vervoeren. Bij de start in 1940 werd de trein nog voortgetrokken door een stoomlocomotief, maar al vanaf 1944 werd het elektrisch, voor het opwekken van deze energie hebben ze hier immers watervallen genoeg.
We stallen de camper op een camping op enkele honderden meters van het treinstation. Flam zelf blijkt een dorpje maar half zo groot als Hulsel met maar 400 inwoners. Maar zodra de toeristen toestromen overspoelen die de lokale bevolking. In de toeristische topdagen moet je een ritje met de oude trein weken vooruit boeken en vooral bij Chinezen en Japanners is het een populaire attractie.
Maar die Aziaten zijn er op dit moment (nog?) niet, waardoor we meteen kunnen boeken en enkele uren later al in kunnen stappen. We kopen kaartjes voor een enkele rit en nemen de fietsen mee voor de terugrit.
De rit is 20 kilometer en daarbij ga je van 100 mtr hoogte naar 850. Al meteen na het instappen komen we in gesprek met twee Belgische paren die vlakbij ons op de camping staan. Ze vertellen van hun vakantieavonturen en we krijgen weer tal van leuke tips. Intussen is de trein gaan rijden en al meteen kunnen we nauwelijks bijhouden met het maken van foto s.
Het uitzicht is fenomenaal. Overal grotere en kleinere watervallen en we rijden door een schitterend dal.
De trein stopt twee keer, een keer om de trein naar beneden te laten passeren en een keer bij een waterval om buiten even foto s te kunnen maken. Na een uur zijn we op het eindpunt en met 3 graden is het behoorlijk koud. Maar de regen die voorspelt was valt nog steeds niet, dus we hebben geluk.
Zodra we op de fiets stappen komen we het stel tegen die we in Bergen ontmoet hebben, zij zijn per fiets omhoog gereden (een pittige klim, vooral de laatste 3 km met +13%.)
De afdaling en terugrit is één grote belevenis. We stoppen diverse keren om de schoonheid van de natuur op ons in te laten werken. Ik neem me voor om na de afdaling nog een keer omhoog te rijden, maar dan begint het te regenen en zie ik daar maar vanaf. Zo n 2 uur na het vertrek zijn we weer terug in Flam. Dit was een geweldige belevenis, een echte aanrader.
Op de camping draait Marian een wasje en worden alle batterijen weer opgeladen. We houden er rekening mee dat we de komende dagen weer vrij staan en gaan nu op weg richting Alesund (specifieker: het eilandje Runde, nog westelijk van Alesund) Daarmee komen we op het uiterste punt van onze reis en begint in feite ook onze terugtocht.
Wil je meer van onze avonturen volgen? Kijk dan regelmatig op de website verhalenuitdekempen.nl of meld je aan bij onze polarsteps.