Van oktober 2015 tot december 2019 vertelde ik maandelijks live een verhaal voor publiek in het Kempisch uurtje. Dat Kempisch uurtje, met daarin die verhalen, zijn digitaal terug te vinden op de website van kempen tv.
HW

Tit van de Freete en zijn accordeon


Januari 2017


Tegenwoordig is een nieuwe fiets geen luxe meer, vrijwel iedereen heeft minstens één fiets en de electra fietsen bepalen het straatbeeld. Maar hoe anders was dat in de vorige eeuw in de Kempen?
In Reusel was er de fietsenzaak van Hermans toen en nu ook nog een rustpunt in een hectische samenleving. Tit hermans (van de Freete) was vele jaren het gezicht in deze zaak.
De bijnaam van de Freete kreeg hij van zijn grootvader van vaders kant (Driek Hermans), die liep altijd met wit geschrobde klompen rond: ne frete mens. Zijn drie doopnamen zijn als 6 januari geborene gelijk met minstens twee van de drie wijzen: Henricus, Balthasar Caspar en Melchior.
De roepnaam Tit kwam toen hij als jong menneke de kippen riep: tiet-tiet-tiet. Zijn ouders (Vader Kees) hadden 8 kinderen: vier jongens en 4 meiden. In Huize Hermans stond het muziek maken altijd bovenaan. De passie was zeer waarschijnlijk meegekomen met opa van moeders kant.
Tit had een voorliefde voor de mondharmonica, maar ook de trekzak stond hem wel aan. Om alle vier de zonen noten te laten leren: dat was pa Hermans iets te gortig: daarom mocht alleen de oudste zoon (Jan) op muziekles. Hij moest zijn kennis vervolgens aan de anderen doorgeven.  Pa had fietsenzaak in de kerkstraat, waar de andere zonen vielen een voor een af om op te volgen. Jan deed het 1 dag, maar kon het niet en ging sigaren maken, Louis akkerdeerde niet met pa en Jos kon niet tegen de drukte en werd bakker. Daarom begon Tit net na de oorlog de fietsenzaak, tevens kleine smederij, ook brommers die hij verkocht en repareerde, ook nog kleine benzinepomp.
Hij verkocht in die tijd zo’n tien nieuwe fietsen per jaar, de rest kwam van inkomsten door reparatie. Maar soms bleef de beurs dicht bij kleine reparaties. Zo kwam Snippe Jan met de solex, hij moest voor een dubbeltje nagekeken worden.
De propeller
Het was toen Tit 13 jaar was dat er bij de smederij Frans Vermeulen aan de Lindestraat Toon Heuvelmans kwam,  die wilde zijn eigen vliegtuig bouwen. Hij vroeg of Vermeulen een propeller kon maken. Bij de test van de propeller stond Tit te kijken, maar daar ging het helemaal mis. Gekoppeld aan een motor vloog het ding door de smederij. Tit kreeg de beschadigde propeller mee naar huis en zette hem op een brommer motor. Zijn vriendje kwam kijken en samen lieten ze zich wegblazen
Verneulen maakte nieuwe propeller maar vliegtuig ging nooit in de lucht: kwam niet door de keuring heen.
De kachel in de werkplaats
Rond het kacheltje in zijn werkplaats werden de mooiste en spannendste verhalen verteld, soms gingen ze terug tot aan de smokkeltijd, maar net zo goed over het duivenmelken.
In Anneke de Waal vond hij de liefde van zijn leven, ze vierden samen nog hun diamanten huwelijk.
Het afscheid van Anneke viel hem zwaar, maar hij is dankbaar voor alles wat zij hem schonk.
Zijn zoon Ruud zette de fietsenzaak voort. Het vervuld hem ook nog steeds met trots.
Op latere leeftijd herontdekte hij de muziek. Hij klopte het stof van zijn oude trekzak af en begon weer te spelen. De Reuselse liederentafel had veertig zangers: maar ze misten een accordeonist. Tit vult het nu met verve in, hij beleeft er veel plezier aan. Regelmatig treed hij ook op bij zorgvoorzieningen en elke maand ook met de Reuselse accordeongroep en de Kempische accordeontref
Nu woont hij alleen in een woning waar de zorg altijd in de buurt is. Nog steeds zelfstandig en er wordt nog steeds gebuurt bij de kachel, meestal met een potje koffie. Dan komen de smokkel verhalen weer uit de oude doos. Of het verhaal dat de oudere dames die hij tegenkomt hem bestoken met knipogen. ‘Ik ga er niet meer achteraan,’ zucht hij dan.
Tit. Ne Freete mens uit Reusel.