Na halve eeuw stapje terug
Piet Haest had een gouden tijd bij ijsclub De Flaes
Februari 2024
Nu we weer enkele dagen natuurijs hebben gehad komt ijsclub De Flaes weer in de picture. Het is een vereniging met enkel een achtkoppig bestuur die de ijspret voor velen kan regelen. Maar dat kan niet zonder kundige vrijwilligers, zoals Gerard van der Heiden en Piet Haest. Beiden tikken bij hun volgende verjaardag de 80 jaar aan en beiden zetten ze zich al vijftig jaar in voor de ijsclub die genoemd is naar het ven waar het allemaal te doen is: De Flaes. Deze week kijken we bij Piet Haest over zijn schouder mee, volgende week bij Gerard van der Heiden.
Zijn haren zijn dan wel grijs, maar zijn ogen zijn nog altijd actief op zoek naar prikkels in zijn omgeving. Hij is de fitheid zelf en overstijgt daarmee de meeste leeftijdsgenoten. Piet Haest is net terug van een weekje Snowboarden in de Alpen waar hij buikpijn kreeg omdat er op het 'thuisven' De Flaes geschaatst kon worden. "Ik houd nog steeds driemaal per week mijn ijsconditie bij om bij natuurijs goed voorbereid te zijn," weet hij te melden. ,"Maar dan moet je natuurlijk niet in het buitenland zitten."
In Breda waar de familie Haest woonde, was Piet ooit de beoogde opvolger op de familieboerderij. Maar toen vader plots overleed liep dat anders. De 20 koeien werden verkocht en Piet ging een opleiding mechanisatie doen. Dit ging hem goed af en hij deed er meteen een lerarenopleiding achteraan. Zo kwam hij als leraar techniek op een LTS in Tilburg terecht.
Intussen had hij op Diessen kermis de Middelbeerse Tonnie leren kennen en samen bouwden ze hun nestje in Hilvarenbeek.
Toen hij anderhalf jaar in Hilvarenbeek woonde hoorde hij dat ijsclub De Flaes vers bloed zocht en daar waren ze maar wat blij met zijn aanmelding. "Ik was goed thuis in de techniek en er lag een taak open voor het gebruik en beheer van de machines," blikt hij terug. "Toen ik kwam lag er enkel een tweewielige tuinbouwtrekker, maar ik merkte al snel dat die veel te traag was op het ijs. Als je een baan sneeuwvrij wil maken moet je snelheid hebben om de sneeuw goed weg te kunnen blazen. We hebben nu een quad, ik heb dat afgekeken bij andere ijsverenigingen. Daarnaast hebben we nu alle materialen bij elkaar in een grote zeecontainer. Deze is bij een ijsperiode makkelijk te vervoeren en dan hebben we alles ineens binnen handbereik"
Dat hij met zijn takenpakket ook het predicaat van IJsmeester opgeplakt kreeg brengt een kleine glimlach op zijn gezicht. "Het is maar net hoe je het wil noemen. Ik heb me altijd ingezet om een mooie ijsvloer te prepareren en keek daarbij niet op een uurtje. Het gebeurde ook menigmaal dat we ook na zonsondergang nog op het ijs waren. Na goed overleg besloten we op een gegeven moment wel om dat nooit alleen te doen". Piet praat wat zuinig over zijn inzet op en rond het natuurijs, maar iedereen die hem aan het werk zag kent zijn fanatisme. Hij bedacht zelf het begrip schaduwbanen op de grote ronde en zelfs toen hij met zijn veegmachine door het ijs zakte stond hij er de volgende dag weer.
Terwijl Piet en de andere vrijwilligers in het bestuur zich elk jaar weer voorbereidden op een mooie winter met veel natuurijs, was de realiteit dat er ook jaren voorbijging zonder bevroren water. "We hebben voor de veiligheid van de mensen een minimum van acht centimeter ijs nodig," zegt hij. "Natuurlijk weet ik ook wel dat de eerste schaatsers al eerder het ijs op gaan, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Zodra wij de baan officieel openstellen komt er meteen een grote toeloop, ooit stonden de auto's tot voorbij de Bockenreyder."
In de zomermaanden werd er gewerkt aan de draaiboeken, zoals het instellen van eenrichting op de route naar het ijs, het prepareren en vernieuwen van de machines en wat al niet meer. Maar terwijl hij de snelle schaatsers op noren rondjes zag rijden, bleef Piet nog jarenlang vasthouden aan zijn kunstschaatsen. "Mijn vader was een goede kunstschaatser, zelf schakelde ik pas op mijn 42-ste over. Nu zou ik de noren niet meer weg kunnen denken, ik reed er marathons mee zoals de Weissenzee en zelfs de Elfstedentocht van 1997, alleen helaas niet op de wedstrijddag maar één dag eerder."
Na 37 jaar op de technische school kon hij daar stoppen om zich nog meer toe te leggen op zijn hobby's.
Nu, na 50 jaar ijsclub De Flaes, waarbij hij maar liefst vijf voorzitters overleefde, geeft hij zijn taken als ijsmeester over aan Ton Kluitmans en Marion Hoogveld. Hij blijft in de zomer fietsen bij RTCH, in de winter schaatsen op de Irene Wustbaan en snowboarden in de Alpen. Maar als er natuurijs is zal het zeker weer gaan kriebelen en als de nieuwe ijsmeesters nog even wat handjes nodig hebben mogen ze hem altijd bellen.