Wil Kerkhofs weet niet of hij wel alles uit het leven haalde
Maart 2020
Zijn grijze baard haalt niet de voorkant van zijn kin en zelfs zijn ooghoeken wijzen naar beneden. Hij heeft de mouwen van zijn jas dubbel omgeslagen en kijkt zacht onderzoekend om zich heen. Het leven van Wil Kerkhof (79) uit Reusel bracht hem het een en ander, maar hij dubt of er niet meer in gezeten had. Toegegeven: de start van zijn leven was niet best.
“In 1941 overleed onverwacht mijn vader, moeder bleef met acht kinderen onder de tien zitten.”
Wil vertelt nog graag over vroeger, over de stam Kerkhofs uit Lage Mierde. Maar het zijn geen grootse verhalen want er was altijd veel armoede in het gezin. “Toch heb ik enorm veel respect voor mijn moeder die het lukte om het gezin toch draaiende te houden,” blikt hij mistroostig terug.
Enkele keren per week loopt hij de sporthal in Reusel in en vertelt daar zijn levensverhaal aan wie het wil horen. De vaste bezoekers kennen het inmiddels, al weten ze soms niet wat ze er van moeten denken. Het verhaal dat hij een verhouding had met een getrouwde verhaal en gehaast zegt dat haar kinderen niet van hem zijn kan nog. Dat criminelen telkens geld van hem stelen? Het zou kunnen maar als dat echt zo is, is het erg triest.
Hij vertelt graag over de periode, die tot zijn vijftigste duurde, dat hij als drukker werkte. “Ik maakte tachtig uur per week,” zegt hij. “Geld kwam binnen met bakken tegelijk, maar als de belasting langs geweest was, verdween het weer.”
Over zijn inzet in de sociale werkvoorziening daarna, is hij minder positief.
Als hij zijn verhaal weer eens gedaan heeft, staat hij op, kijkt nog even naar de biljarters en maakt aanstalten om naar huis te gaan. O nee, nog even vertellen dat hij ooit een talentvol voetballer was. Hij passeerde al op jonge leeftijd elke verdediger en er gloorde een mooie toekomst. Maar het kwam er uiteindelijk niet van, zoals er meer in zijn leven niet van kwam. Hij vraagt zich af of het gemiste kansen zijn of was het gewoon zijn lot?
Ergens hoopt hij dat het hem nog eens lukt om een autootje op de kop te tikken en ermee rond te rijden. Nu heeft hij enkel zijn benewagen.
Dan is het echt tijd om weer te vertrekken. Tot de volgende dag, weer een nieuwe dag dat hij zijn verhaal kan doen. Maar wel weer hetzelfde verhaal, want er is er maar één.