Hoe mooi kan het leven zijn?
Beatrice Groothuis-Stappers maakte een bijzonder beeldje
Oktober 2020
De weg van de wieg tot het graf brengt ons vaak naar mooie bestemmingen en daardoor naar plekken die je nauwelijks had kunnen voorzien. Niemand weet op voorhand wat het leven hem of haar brengt en wat er op je pad komt. Van de opleiding die gevolgd wordt, tot de relaties die je aangaat. De kennis en kunde die je je eigen maakt en de wijze waarop je je talenten benut. Beatrice Groothuis-Stappers uit Diessen weet dat in 1923 haar leven begon, maar wanneer het ooit eindigt is voor haar de grote vraag, maar daar ligt ze nog niet wakker van.
Ze kijkt nog helder uit haar ogen en de rimpels op haar voorhoofd zijn op één hand te tellen. Beatrice Groothuis (97) is nog op meerdere vlakken actief, al blijft ze wat terughoudend om daarmee naar buiten te komen.
“Mijn wieg stond in Heerlen in Limburg, maar ik droomde er altijd al van om mijn vleugels uit te slaan. Na de HBS kreeg ik mooi werk (maatschappelijk werk), maar zoals het in die tijd nog ging, moest ik stoppen toen ik trouwde. Je kunt je dat nu niet meer voorstellen, maar in die tijd was dat niet anders. Samen met mijn man kwam ik in Franstalig België te wonen, een erg mooie tijd. Ik kreeg er mijn vijf kinderen en toen een zoon in Haghorst kwam te wonen, ben ik hem achterna gegaan.”
In Diessen maakte Beatrice al snel kennis met de mensen in haar nieuwe woonomgeving, maar vooral met de mensen die ze in de kerk ontmoette. Daaronder was ook pastoor Massaër, die in Diessen wekelijks in een deel van de (verder gesloten) kerk een dienst opdraagt. Uit de woorden van de pastoor put ze altijd veel energie. In het appartement waar ze woont heeft ze uitzicht op diverse kunstwerken die ze zelf maakte. Van de kleifiguurtjes op de vensterbank, tot het borstbeeld van haar overleden zus dat ze in haar huiskamertje koestert. Het herinnert haar aan de creativiteit die er in har leven was en die ze voor een deel nog steeds heeft. Ze begon ooit met het maken van kleifiguurtjes en kwam daarna bij brons uit. Ook maakte ze figuurtjes van hout.
Een van haar opvallende werken is het beeldje La fille et la mort. Het drukt de kwetsbaarheid van het leven uit, een meisje dat omklemd wordt door ijzeren Hein. Als ze nu naar deze creatie kijkt, herinnert het haar weer aan de kwetsbaarheid van het leven en ook die van zichzelf.
“Maar het leven heeft ook altijd veel verrassende dingen in zich,” zegt ze met veel levenswijsheid. Ooit las ze in de krant over een bijzondere kerststal in Zuid-Amerika en het leek een déja-vu: precies zo’n kerststal had zij zelf acht jaar eerder al gemaakt en ze had hem altijd nog bewaard! Het is een tafereel van kleifiguurtjes in een stal die omzoomd werd met granaten. Een tafereel zoals dat zo maar ergens op aarde realiteit zou kunnen zijn. De herders in haar stal zijn vluchtelingen en de Koningen zijn er gehandicapten, net zoals je die in de maatschappij van nu tegen kunt komen.
En gebeurt er soms nog iets bijzonders in Diessen en omgeving?
“Nou,” zegt ze. “Onlangs heb ik samen met mijn vriendin Maria van Gompel nog een bijzonder avontuur beleefd. Naar aanleiding van een beschrijving in de Hilverbode over de Heksenboom in Bladel, besloten we daarnaar toe te gaan. Vanwege mijn leeftijd niet op de fiets, maar met auto en rollator. We namen ergens een verkeerd paadje en belandden op kleine bospaadjes. Dat valt nog niet mee met zo’n rollator, maar uiteindelijk vonden we daar midden in de Bladelse bossen toch de mooiste boom van Nederland. Dat voelt dan weer als een kleine overwinning, een overwinning op jezelf want in wezen stelt het natuurlijk niets voor.”
Terwijl de wereld om haar heen steeds meer verandert, blijft het voor Beatrice veel van hetzelfde. Ze ziet nog elke dat de beeldjes en portretten die ze ooit maakte en wie weet is het haar gegeven om de honderd jaar te bereiken. Daar doet ze verder geen voorspellingen over. “Zeker in deze tijd van Corona weet je niet wat er op je pad komt. Ik zie wel en probeer van elke dag te genieten.”