November 2022
Jarenlang maakte Reuselnaar Harrie Coppens (74) fietsreizen over de hele wereld. Hij legde daarbij niet alleen vele kilometers af, maar verkende ook zijn grenzen. Door zijn avonturen te vertellen wilde hij graag anderen inspireren om dat ook te doen. Maar nu hij de gevreesde ziekte ALS onder de leden heeft, is terugkijken op die mooie reizen het enige wat hij nog kan doen. In een serie verhalen neemt hij de lezer mee terug naar zijn avonturen.
Deel 6: Noorwegen (2002)
"Onder de naam Den Store Styrkeproven is er in Noorwegen een 540 kilometer lange fietstocht uitgestippeld. Ik maakte in 1990 al kennis met deze tocht, toen met Theo Panken, nu reed ik hem samen met Gerard Verhoeven. De weg gaat over hoofdwegen waardoor je helaas wat minder van het ruige Noorse land ziet. De start is in Trondheim en de finish in Oslo en om het gemis aan mooie uitzichten te compenseren besluiten we om met een eigen route in omgekeerde richting te starten. Een voorproefje dus als een voorafje.
Op 15 juni vertrekken we en via de veerdienst Puttgarden-Rodby gaan we via Denemarken naar Zweden en daarna door naar Noorwegen. Na een korte overnachting op twee matrasjes achter in de auto (een stationcar) komen we bij een jeugdherberg in Oslo waar we de auto achterlaten. Die eerste dag zijn we pas rond het middaguur weg, waardoor we die dag slechts 122 km fietsen. De volgende ochtend zitten we al om 7.00 uur op de fiets en rijden we over wegen waar we de mooie natuur van dichtbij aanschouwen. Ik laat mijn gedachten de vrije loop en besef dat ik een gelukkig mens ben dat ik hier mag fietsen. Met de zon op onze benen rijden we langs de imposante fjorden, we ruiken de geurende bloemen langs de weg en horen watervalletjes en kabbelende beekjes. We stoppen om een staafkerkje te bekijken en in Bromma staat een grote houten trol die een bezoek waard is.
Als we in skioord Beitostolen passeren begint het te regenen we twijfelen even. De route gaan nog 700 meter hoger, maar het weer lijkt slechter te worden. We besluiten toch om maar door te rijden, maar vanaf dat moment begint het harder te waaien en te regenen. We rijden door laaghangende bewolking langs sneeuwdammen van wel drie meter hoog. Boven op de top ligt een herberg en gelukkig: die is geopend. Met iets meer dan 200 km op de teller was het al met al een pittige dag.
Het voordeel van een overnachting op hoogte is dat we de volgende dag met een lange afdaling kunnen beginnen. In Lom bekijken we een grote waterval en een stafkirke uit 1270. We rijden kilometers langs de rivier Breidalsvatn waar de ijsschotsen nog in het water drijven.
Dan komt de 1476 meter hoge berg Dalsnibba op ons pad. Het is al tegen 17.00 u als we aan de klim beginnen, met in ons achterhoofd het Geirangerfjord dat aan de andere kant van de berg moet liggen (een van de mooiste plekjes van Noorwegen). De weg is onverhard en de stijging ruim 12%. In het allerkleinste verzet ploeteren we in wandeltempo naar boven, steeds de kuilen ontwijkend. Helemaal bovenaan zie we Geiranger al liggen, maar om daar te komen moeten we nog afdalen. Dat blijkt ook een pittige klus met een bepakte fiets op een glibberig wegdek. Uiteindelijk komen we hongerig en behoorlijk vermoeid in Geiranger aan, maar als we op zoek gaan naar eten valt dat nog niet mee. We lopen naar het dorpje, maar daar blijkt alles gesloten. Uiteindelijk vinden we een wandelaarsrestaurant waar we net voor sluiting van de keuken een Noorse maaltijd kunnen bemachtigen.
Ook een ontbijt zit er de volgende ochtend niet in, waardoor we met een lege maag op weg gaan. De weg loopt al meteen op, maar het mooie uitzicht doet knorrende magen vergeten. We zien de ene naar de andere waterval in het Geirangerfjord storten, zoals die van de zeven zusters. Na vier uur voornamelijk klimmen, arriveren we bij de Trolstigen, een indrukwekkende bergroute met haarspeldbochten. Ook dit is weer een geweldig stuk, waarbij we geen meter cadeau krijgen. Boven aangekomen krijgen we in een souvenirwinkel een sertifikat dat we ook deze berg bedwongen hebben.
Om 19.00 u komen we op de plek waar we hoopten een slaapplek te vinden, maar er is niets. De volgende is 57 km verder. We hebben al zo'n 200 km gereden, maar er zit niets anders op. Gelukkig voor ons is er onlangs een tunnel geopend, waardoor we niet omhoog hoeven de pas over. Het enige nadeel: de tunnel is eigenlijk niet voor fietsers. Gelukkig is het niet druk en krijgen we 6 kilometer lang geen auto's tegen. Als we na 220 km de fietsen parkeren zijn we veertien uur onderweg geweest. Het eerste voordeel is dat het nauwelijks donker wordt, dus daar hebben we geen last van. Het tweede voordeel is dat we nu zover voor liggen op ons schema dat we morgen in Trondheim een extra rustdag in kunnen lassen. Na 178 km arriveren we op de plek waar we later zullen starten voor de toertocht terug.
De echte Store Styrkeproven start op 22 juni op het plein van de Domkerk waar elke 5 minuten vijftig deelnemers starten. De tocht is vergelijkbaar met onze Elfstedentocht en het publiek staat rijendik langs de weg om ons aan te moedigen. Vrijwel alle deelnemers staan fris aan de start, er zijn er maar weinigen die net als wij de heenweg al gefietst hebben. Alle zijwegen zijn door motoragenten afgezet en als we het borden Oslo 538 km zien, weten we wat we te doen hebben. Na 170 km bereiken we het hoogste punt van de route en we merken vooral tijdens het klimmen onze goede conditie. Bovendien hebben we in tegenstelling tot de heenweg geen bepakking bij ons, wat ook een groot verschil is. Halverwege worden we kletsnat in een (koude) hoosbui en als het weer opdroogt voel ik mijn knie. We hebben nog 290 km te gaan dus dit komt niet echt gelegen. Ik krijg onderweg een massage maar dat verlicht weinig en met nog 150 km te gaan wordt het echt lastig. We bijten door en de laatste tien kilometer gaan over een afgesloten vluchtstrook van een snelweg waar we opnieuw in de stortregen rijden. Maar dan doemt daar de finish op, zes minuten binnen het door ons zelf gestelde doel: 23 u en 54 minuten. Het is gelukt, we hebben de Store Styrkeproven gehaald!!! De dubbele afstand van 540 kilometer waarvan de laatste nonstop. Deze kan weer van de bucketlist af.