‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.
27 april 2020
Zwemmen
Het water glinstert door de binnenvallende zon en de verschillende baden liggen er weer goed bij. Het is onze vaste trainingsavond en ik heb er zin in om weer rondjes te gaan zwemmen. De eerste minuten is het nog vooral inzwemmen, iedereen op zijn eigen tempo. Ik houd de anderen goed in het oog, omdat ik de start van de trainingsrondjes niet wil missen. Ook de volgorde, achter wie je zwemt, is daarbij nog van enig belang. Dan zegt Wil, wie anders dan hij, ‘zullen we beginnen?’
We minderen vaart en blijven even vlakbij elkaar. Iets verder weg zie ik materiaal in de baan, het lijken planken en andere stukjes hout. Ik zie Wil kijken en wijzen wie er achter hem gaat. Ik blijf iets achter, ik kan ook goed uit de voeten achteraan in het groepje. Ineke v Hoof ligt net voor mij in het water en dan beginnen we. De snelheid zit er al snel goed in en we houden zo dicht mogelijk de binnenkant van de ronde aan. Elke ronde als we het drijvende hout passeren, is het wel opletten omdat je er niet mee in aanraking wil komen. Ik probeer telkens als we dat punt passeren een stukje hout op te tillen en verder aan de zijkant neer te leggen.
Na een aantal ronden wordt er even gestopt om weer wat op adem te komen. Degene die achter mij zwemt stelt vast dat er tussen mij en mijn voorganger telkens een gat zat. Dat is niet verwonderlijk, want Ineke die voor mij zwemt, zwemt altijd erg onregelmatig. Ze gaat dan van links naar rechts en ze heeft altijd veel tempowisselingen. Ik antwoord dat mij dat niet veel uitmaakt.
Even later zijn we wat vrij aan het zwemmen in het middenstuk en dan merk ik dat ik mijn bril nog op en het horloge nog aan heb. O, dat was niet zo slim, de bril kan afgaan en her horloge kan helemaal niet tegen water. Ik ga meteen uit het bad om het uit te doen, als het voor het horloge maar niet te laat is. Terwijl ik het zwembad verlaat zie ik dat er nog steeds een deel van het hout in het water drijft. Ik moet opschieten want ze zullen zo wel aan het tweede deel van de training beginnen.
Nb
Wat ik in deze droom zag, lijkt het midden tussen de zwemtrainingen die ik eerder jarenlang deed toen ik aan triatlon deed en de schaatstrainingen voor het marathonschaatsen, die ik tot voor 3 maanden terug nog volgde. De rondes die we aflegden zagen eruit als schaatsrondes, waarbij je goed in elkaars slag blijft. Daar ken ik ook Wil van.
Dat Ineke in dit verhaal opduikt is zeer opmerkelijk. Ze was tussen 30 en 40 jaar terug mijn hoofd op het werk. Ik heb haar daarna nog wel eens op momenten gezien, maar nu al jaren niet meer. Haar manier van zwemmen, zoals ik die zag, herkende ik wel in het beeld wat ik nog van haar heb. Daarbij liep niet alles even gestroomlijnd, ze had overal zo haar eigen manier in. In werkelijkheid zou ze ook niet zo sportief zijn voor dit zwemmen. Saillant detail is dat ik gisteren wel aan haar gedacht heb. Toen ik werkte als groepsbegeleider, het moet zo’n 38 jaar terug zijn, ging ik een keer fietsen met clienten naar D;n Bockenrijder en Ineke wilde wel mee. Het was eigenlijk een veel te grote afstand voor haar, maar uiteindelijk werd het wel een leuk uitstapje. Gisteren waren we daar in die buurt aan het fietsen, waardoor ik aan dat moment terug dacht.