‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.
Lange gangen en lege zalen
24-01-2020
Ik ben met mijn oudste kleinkind op bezoek bij de instelling waar ik werk, we hebben door lange gangen gelopen en zijn aan het einde in een gebouw gekomen als we terug lopen. Ik neem even net een andere route als zij, maar als ik op de gang kom waar ik haar ook verwacht: zie ik haar niet. Ik wacht even, maar ze komt niet. Teruglopend kijk ik rond en rond, maar nergens zie ik haar. Ik loop de route waarvan ik verwachtte dat zij die zou lopen, maar nergens is iets te zien. Vreemd!. Half in gedachten loop ik de route terug die we kort daarvoor vanaf het begin samen hebben afgelegd. Zou ze ergens staan te kijken of te kletsen?
Ik kijk ook in het zwembad dat ik passeer, het zal toch niet…?
De afdelingen zijn met lange gangen aan elkaar verbonden. Achter elke deur zit een afdeling waar mensen verblijven. Ze wonen er of doen er activiteiten. Ik kijk hier en daar naar binnen als er net een deur open gaat, maar haar blonde krullen zie ik nergens. Ik kijk op mijn horloge, het is de tijd dat we terug zouden rijden, dadelijk zijn we niet op tijd. En wat moet ik tegen haar ouders zeggen als ik zonder haar terug kom?
Nu heb ik alle gangen gehad en sta ik weer op het punt waar ik haar het laatst zag: nog steeds niets te zien. Moet ik alarm staan en daardoor paniek veroorzaken?
Ik probeer de dingen tegen elkaar af te wegen maar kom er niet goed uit.
Dan besluit ik nóg een keer terug te lopen en beter de plekken te bekijken waar de cliënten verblijven. Ik begin vooraan bij de eerste groep die we die ochtend bezochten. De deur gaat open en meteen zie ik haar zitten. Bij de andere mensen aan tafel, ze doet met hen een spelletje.
‘Waar was je nou?’ vraag ik.
‘Ik wou even terug naar deze mensen,’ zegt ze. ‘Kom, we moeten gaan.’
Ze groet de mensen die ze achterlaat en ik pak haar bij haar schouder als we door de lange gang naar de uitgang lopen. Ik laat ze nu geen eigen route kiezen, even heel dicht bij elkaar blijven
Van 1980-2020 werkt eik 40 jaar in de zorg bij dezelfde instelling. Ik kwam daarbij op veel plaatsen en zag lange gangen en veel afdelingen. Zit daar een aanleiding?