‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.
21 maart 2020 (2)
De luchtballon
We lopen met zijn tweeën naar de startlocatie, vanaf hier zullen we vertrekken. In de verte zie ik het gevaarte al staan, het lijkt niet echt op een ballon, maar meer op een groot zeil dat met twee palen omhoog gehouden wordt.
Dan klinkt er een knal en het zeil wordt weggeschoten. Er onderaan hangt iets wat op een mand lijkt, het gaat supersnel. Het geheel volgt een vaste baan en gaat schuin omhoog. Het gaat steeds sneller en verdwijnt al snel uit zicht. ‘Nu wij’ hoor ik langs mij zeggen en langzaam lopen we naar de startlocatie. Misschien was het toch niet zo’n goed idee?
De start van de ballon, of het zeil of hoe je het ook mag noemen, was wel erg snel. Het kan niet anders dan dat je tegen de achterwand van het mandje geduwd wordt door de krachten die ontstaan.
Ik besluit maar om mijn twijfel niet te laten merken en we stappen in. De start komt onverwacht en het gaat inderdaad supersnel. De aarde verdwijnt snel uit het zicht en we zweven. Even later staan we weer aan de grond, het viel toch allemaal wel mee.
We lopen weer terug naar de bewoonde wereld, het is nog te vroeg om terug te gaan. We kunnen het in ieder geval rustig aan doen.
Als we een gezelschap zien dat ook naar de beginlocatie op weg zijn, sluiten we daarbij aan. Waar we moeten zijn is een groot gebouw, ik zie het in de verte al.
‘Hij moet nog naar dat andere gebouw,’ hoor ik langs mij. ‘Dan kan ik nog wel een meegaan want we zijn nog te vroeg,’ antwoord ik. Ik loop in mijn eentje met de persoon mee die nog ergens anders moet zijn en zie de anderen in de verte verdwijnen. Ik weet niet of dit wel zo’n goed idee was, maar ja, dat dacht ik bij die ballon ook…
NB
Enkele jaren terug maakten wij een mooi avontuur mee in een luchtballon. Eerst werd de start diverse malen uitgesteld vanwege te harde wind, toen ging die wind ineens liggen.
We stegen op westelijk van de stad Tilburg, maar toen we eenmaal omhoog waren, ging de wind liggen. Op het nippertje kon de ballon uiteindelijk de stad over zweven en de eerst de beste plek om te landen (nabij Koningshoeven) werd benut.