‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.
9 mei
Kamperen
Ik slaap alleen in de kampeerwagen, alle anderen zijn er niet, maar komen mogelijk nog wel. Het is best druk op de camping, maar ik heb een mooi plekje kunnen vinden op een veldje.
Op enig moment ga ik een stuk wandelen. Ik kom een eind van de camping vandaan uit, op een plek waar meer mensen zijn. Op de een of andere manier val ik in slaap en als ik wakker word, staat Marian met Koen en de kinderen bij mij. Verbaasd kijk ik op. ‘Jullie ook hier?’
‘Ja, zegt Marian en we hebben de kampeerwagen al opgehaald.’ Ik kijk en zie daar inderdaad de kampeerwagen staan. ‘Had ik die niet afgesloten dan?’ vraag ik. ‘Nee, we konden hem zo meenemen.’ Ik kijk naar de drukte om mij heen, koen en Inge zin bij de kleintjes kleding aan het passen, maar ik zit nog met mijn gedachten bij die camping. ‘Die camping is nog niet afgerekend,’ zeg ik. ‘Daarom moeten we nog wel terug’. Dan komt er een man de ruimte in, hij praat Duits met een Oostenrijks accent. Koen schijnt de man te kennen, ze praten met elkaar. ‘De eigenaar,’ wijst hij even later. ‘Moet je ook maar effe mee buurten.’
Het wordt steeds drukker, en in de drukte sta ik op een gegeven moment langs de eigenaar. Zou hij weten dat we vertrokken zijn en dat er nog betaald moet worden? Ik probeer een praatje met hem aan te knopen, maar ik versta hem nauwelijks. Hij blijft maar praten en ik steek mijn duim omhoog dat het goed is. ‘Kom, we moeten snel terug naar de camping om af te rekenen,’ zegt ik. Maar dan moet die kampeerwagen nog wel gedraaid worden en we moeten tegen een berg en via een hobbelig zandpaadje omhoog. Ik kijk waar we naar toe moeten en zie in de verte de camping liggen. Waarom hebben ze de kampeerwagen daar ook iet gewoon laten staan? Maar ja, blijkbaar had ik hem niet afgesloten.
Nb
Vanaf het moment dat de kinderen opgroeiden gingen wij kamperen. Aanvankelijk met een oude vouwwagen, daarna met een caravan en nog later met een camper. Van huisuit had ik dat helemaal niet meegekregen, maar ik merkte dat ik het leuk vind om nieuwe gebieden te ontdekken, nieuwe wegen in te slaan en in andere landen te komen. Daar ook de mooie natuur zien en het landschap betreden.