‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.


Een lastige route

21 Februari 2020


Ik loop langs een auto en zie daar tal van spullen liggen. Er staat een jongeman wat in te rommelen, ik kijk hem aan. Die spullen zijn duidelijk gestolen.
Terwijl ik hem aan blijf kijken, neem ik een aantal spullen in mijn handen: die moeten terug naar de eigenaar. Zonder dat er tussen ons een woord valt loop ik door. Ik moet een weg afleggen en houd er rekening mee dat er onderweg hindernissen zijn, ik weet alleen nog niet hoeveel.
Ineens loopt de weg waarop ik loop niet meer vlak, maar gaat in een helling naar beneden. Ik kan weinig meer doen dan gewoon mee glijden, links en rechts zie ik ook anderen naar beneden glijden. Ik probeer zo goed als mogelijk alle spullen in mijn handen te houden en vraag me intussen af of anderen kunnen zien dat het om gestolen spullen gaat.
Zodra de weg weer wat vlakker wordt kan ik weer staan, maar het ongelijke oppervlak komt nog enkele keren terug. De ene keer is het omhoog klimmen, dan weer naar beneden glijden.
Dan kom ik in een ruimte waar misvormde mensen zitten. Ik zie een jongeman met maar één vinger, maar die is wel erg lang. Hij kijkt dwars door me heen en er gaat een rilling over mijn rug. Ik wil vlug verder lopen, maar waar ik ook heen ga, ik blijf zijn ogen in mijn rug voelen.
Uiteindelijk passeer ik weer de auto die ik in het begin van mijn droom zag. Dezelfde jongeman zit er nu in, nu met handboeien om. Geen woord wisselen we, enkel onze blikken kruisen elkaar. Ik voel de spullen die ik eerder meenam in mijn zak. Als ik ze nu toon heeft hij wellicht nog meer problemen. Maar wat moet ik er nu mee?


NB:
Weinig herkenningspunten in deze droom, het was af en toe een nachtmerrie. In het middenstuk zat zeker nog meer, dat was niet meer teug te halen.