‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.
19 april 2020
De oude kar en de kinderen
We lopen op een plek, het lijkt op een markt. Daar zie ik een heel oude wagen staan om achter een paard te spannen. Hij is zo oud, dat hij helemaal uit elkaar valt, maar ik zie dat het houtwerk nog redelijk intact is. Die zou ik misschien wel op kunnen knappen. Ik informeer bij de eigenaar of er een mogelijkheid is om hem over te nemen. De man antwoord dat dit kan, maar dat ik de kinderen er dan wel bij moet nemen. Ik kijk naar zijn wijzende vinger en zie er enkele kleine kinderen zitten. ‘Oké, dat doen we dan maar.’
Ik til ze een voor een op en breng ze naar de kar. Maar die is nog zo gammel, dat ze er bijna meteen af vallen. Voorzichtig probeer ik de eerste iets meer stevigheid te geven, de volgende leg ik aan de andere kant, dat geeft wat tegenwicht. Als ik op weg wil gaan om de derde op te halen, zie ik dat de eerste niet stil blijft liggen. Hij draait en wurmt zich vooruit. Natuurlijk, dat doen kinderen altijd. Het is geen zak hooi die ergens stil blijft liggen, ze gaan meteen op onderzoek uit.
Ik loop terug om de laatste twee op te halen en als ze alle vier op de kar liggen zet ik het paard in beweging. Maar de kar is zo gammel dat er vrijwel meteen enkele balkjes los schieten. Ik probeer die zo goed en zo kwaad mogelijk te herstellen door ze op hun plek te duwen, maar heel goed blijft het niet zitten. Dan maar zo voorzichtig mogelijk verder rijden.
Ik zie dat nummer een weer flink heeft zitten wurmen, nu heeft hij de knop van een tv gevonden (?). De tv gaat aan. Natuurlijk, dat doen kinderen, die gaan op onderzoek uit. Ik kijk even of het kwaad kan, maar als hij zich er een beetje mee vermaakt zal het wel goed zijn. Ik zie nu dat de tv aangesloten zit met een snoer, geen idee waar die naar toe loopt.
De rest van de rit blijft moeizaam verlopen omdat de kar toch wel echt gammel blijkt. Ik bekijk welke onderdelen ik helemaal zal moeten vervangen en welke ik kan repareren. Maar hoe verder ik kom, hoe meer ik over die vier kinderen na ga denken. Daar zal ik nog meer werk mee hebben dan met die kar…..
Nb
In mijn kinderjaren (tot een jaar of 12) hadden we op de boerderij een paard waar ik vaak mee te maken had. Ik ging met mijn vader naar het land waar hij ploegde, vanaf mijn zesde spande ik hem al zelf mee in achter de kar en ik mocht hem na het werk in mijn eentje naar de wei brengen. Of dit de aanleiding is dat mijn onbewuste gedachten me mee hebben genomen naar deze droom???