‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.

21 april 2020


De manager

Ik kom een ruimte in, op zoek naar de manager. Hij zit niet aan zijn bureau, daarom loop ik verder. Ook op andere plekken waar ik kijk, tref ik hem niet. Uiteindelijk hoor ik stemmen uit een sportzaal, daar zie ik hem, hij is met anderen aan het sporten. Terwijl hij het zweet nog afdept, komt hij op mij toegelopen. We schudden elkaar de hand en hij neemt me mee naar zijn bureau. Daar laat hij zien wat zijn systeem is om het werk te verdelen. Ik ben er niet van onder de indruk, het lijkt me nogal ouderwets en simpel.
Het is een periode later, nu ben ik de manager. Ik heb een systeem van briefjes gemaakt, waarmee ik het werk en de middelen verdeel. Ik merk dat de medewerkers er wat aan moeten wennen, maar ik weet dat het een eerlijk verdeelsysteem is en gaandeweg komt dat ook door bij de medewerkers.
Weer een periode later kom ik weer hetzelfde gebouw binnen, nu is Fons er de manager. Ik loop naar zijn bureau en zie daar een heel uitgebreide kaartenbak staan. Hij is bezig allerlei kaartjes met allerlei kleuren te groeperen en te verdelen. ‘Dit systeem hanteer ik altijd, het werkt perfect,’ legt hij uit.
Zonder commentaar erop te geven kijk ik wat en hoe hij het doet. In één oogopslag zie ik dat het feitelijk hetzelfde systeem was als dat ik hanteerde, alleen doet hij het nog veel uitgebreider.
Ik loop maar weer door naar een andere ruimte in het gebouw, daar zijn enkele personen, waaronder Elke, bezig met een enorme afwas. De berg af te wassen spullen is zo groot dat er nauwelijks een beginnen aan lijkt. Als vanzelf ga ik achter een stapel pannen staan en begin die mee af te spoelen. ‘Ik ben blij dat je meehelpt,’ zegt Elke. ‘Ik ben al de hele dag bezig en er komt maar geen einde aan. Er zou aflossing komen, maar die kwam maar niet.’’ Ik stel voor om er even samen hard aan te werken, dan komt er dit keer wel een einde aan. Ze knikt en we staan schouder aan schouder te werken. Ook anderen helpen nog mee en nu is het snel gebeurd…

Nb
Ik werkte jaren als hoofd/manager op een woonvoorziening. Fons was een persoon die dat eerder ook deed (en er al mee gestopt was toen ik dit ging doen). Ik heb nooit feitelijk met hem samengewerkt, wel indirect veel van hem gehoord, mogelijk is er iets van blijven hangen.
Elke was een bewoner van de woonvoorziening. Een aardig meisje, soms een beetje stil. Later had ze een grote wens om te trouwen met haar vriend, ik heb ze daar nog bij ondersteund, nu precies 25 jaar terug. In welke rol of functie ik ook werkte in de 40 jaar bij dezelfde werkgever in de zorg: ik had altijd mijn systemen waar ik rotsvast in geloofde en ik was nooit te beroerd om zelf de handen mee uit de mouwen te steken.