‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.


Zondag 26 Januari 2020

De ketting van de kettingzaag is stuk en ik ga naar de buren of zij een onderdeeltje hebben. Waarom net daarnaar toe? Geen idee.
Daar aangekomen hoor ik dat de buurvrouw aan haar hart geopereerd is. Dat vind ik vreemd omdat ik nog nooit van een klacht op dat gebied gehoord had. Maar goed, het onderdeel van de ketting voor de zaag hebben ze niet. Ik leg de ketting achter in de auto en ga naar Hooge Mierde. Daar moet een plek zijn waar ze onderdelen hebben. Ik kom op een plek die me doet denken aan De Schakel. Ik vraag waar ik moet zijn en wordt verwezen naar de eerste verdieping. Daar is een bureautje en ik leg uit wat ik nodig heb. ‘Maar waar is die zaag dan?’ vraag de man. Oeps, in de auto laten liggen. Ik loop naar de auto om de spullen te halen, maar dan zie ik de beide portieren aan een kant open staan. Ik hoor kinderstemmen en zie dat er een kind op het dak van de auto klimt. O ja, kinderen, die had ik ook bij. Helemaal vergeten. Ik probeer de kleintjes te bewegen om van de auto af te komen, maar ze weigeren. Intussen voel ik de drang om met de ketting naar binnen te lopen, want daar wacht iemand op mij.


In de periode dat ik hierover droomde had ik een klusje liggen (dat steeds uitgesteld werd) met de kettingzaag. Vrijwel alle elementen uit de droom herkende ik uit het dagelijkse leven, maar de samenhang was allemaal wel erg willekeurig!