‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.

7 juni 2020

De fietstocht

Als ik de kamer binnenkom, ben ik lang niet de enige die daar is. Het is er druk en de mannen en vrouwen staan bijna tegen elkaar aan. Het is de dag van de jaarlijkse fietstocht met de familie en ik ben ervoor uitgenodigd. Het is niet mijn gezin of het gezin met mijn broers en zussen, maar dat van mijn overleden moeder. Doordat zij er niet meer bij is (ze genoot er altijd enorm van) mag een van haar acht kinderen eraan deelnemen. Ik begroet iedereen die ik tegenkom. ‘Hoi Toon, dag Mia en goeiendag Anneke.’ Iedereen praat door elkaar heen, alsof ze elkaar al langere tijd niet gezien hebben. Een van de broers (mijn oom dus) loopt met een briefje rond om te checken wie er allemaal deelneemt, dat is vrijwel iedereen.
Even later zitten we buiten op het terras verder te wachten. Er wordt wat gebuurt en in de kamer zie ik Ton lopen, met een koffiepot. Ik probeer oogcontact te maken, maar hij kijkt telkens niet mijn kant uit. Een bakkie koffie, dat gaat er wel in. Uiteindelijk ziet hij me en ik maak een drinkbeweging. Hij begrijpt het meteen en komt met een bekertje dat hij bij mij buiten vol giet. ‘O, jij gaat ook mee?’ zegt hij. ‘Ja, lijkt me wel leuk,’ antwoord ik.
De fietsen worden in gereedheid gebracht en we gaan aanstonds vertrekken. Ik kijk of ik al tegen iedereen wat gezegd heb, het is altijd prettig om met deze mensen te buurten. Het is familie, maar het voelt ook altijd erg vertrouwd. Dan gaan we van start, het huis en de koffiebekers blijven achter en onder het fietsen wordt al meteen veel gebuurt.


Nb
Doordat mijn moeder er een ( de oudste) van 17 kinderen uit één gezin was, hadden we aan familieleden geen gebrek. Behalve dat dit ook bijna 50 neven en nichten opleverde, was er altijd veel inloop bij opa en oma en later bij ons thuis. De familie is altijd behoorlijk één gebleven en hun jaarlijkse fietstocht is er nog steeds als uitstapje. Inmiddels leven er nog maar 12 van de 17 en door hun gevorderde leeftijd is fietsen niet meer voor iedereen mogelijk. Dit wordt dan weer opgelost met aangepast vervoer. Ik heb zelf enkele keren deelgenomen aan de familiefietstocht, maar nog veel meer heb ik er via mijn moeder over gehoord. Ik heb ook de indruk dat veel van mijn waarden ontleend zijn aan deze familie. Doordat wij de oudste kleinkinderen zijn, verschil ik in leeftijd maar enkele jaren van de jongste oom, met hem sport ik nog wekelijks.
Een van de waarden uit deze familie die ook mijn waarde is geworden is respect en aandacht voor elkaar.
In deze droom was de aanwezigheid van Ton, de koffieman, heel opmerkelijk, omdat hij in het geheel niet bij deze familie hoort. Hem ken is van de sport, waar we samen mooie avonturen beleefden, maar die droom komt later wellicht nog een keer.