‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.

14 mei 2020

De Elfstedentocht (2)

We stappen uit en iedereen loopt met een tas in zijn handen naar binnen. Ik heb zelf maar een kleine tas bij me, want ik ga zelf enkel mee om te kijken. De hal is kleiner dan ik verwacht heb en als de machines op het ijs gaan dweilen doen ze dat ook nog maar over een deel van de baan en niet overal. Er kan een Elfstedentocht onder een dak verreden gaan worden. Ik wil gaan kijken omdat er veel bekenden deelnemen.
Terwijl ik naar de voorbereidingen kijk, begint het bij mij ook steeds meer te kriebelen. Shit, had ik toch maar mijn schaatskleding meegebracht, ik denk dat ik deze tocht toch wel mee had kunnen rijden. Maar ik heb nu enkel de kleding bij die ik draag, zoals een spijkerbroek. Maar als ik de ene na de andere bekende rijder zijn opwachting zie maken, neem ik een besluit: als ik toch eens deelneem?
Ik loop naar een jurylid en vraag hem of het mogelijk is om ter plekke nog in te schrijven. Hij wijst met zijn hoofd naar een tafeltje, waar nog meer laatkomers zich gemeld hebben. Ik zie daar zelfs Hein en Jan zitten, waar ik vaak mee train. We begroeten elkaar en ze zijn net voor mij om hun inschrijfgeld te betalen: 25 euro (of was het nog gulden?)
Het duurt lang tot er telkens voldoende wisselgeld is, maar uiteindelijk ben ik aan de beurt. Maar de mevrouw die de inschrijving regelde, staat op. ‘Ik stop en ga me nu zelf gereedmaken,’ zegt ze. Ze blijkt zelf ook deelnemer te zijn. ‘En ik dan?’ vraag ik. ‘Misschien iedereen maar even om beurten meehelpen?’ zegt ze en ze schuift een zak met geld van de inschrijvingen naar mij toe.
Ik neem het wisselgeld van mijzelf eruit, noteer mijn naam op de lijst en schuif het geheel daarna ook maar door naar de volgende.
Intussen is de baan vol gelopen met sportieve deelnemers. Het rondje op de binnenbaan is echt een klein ronde, dat wil zeggen dat er veel toeren moeten worden gemaakt. Ik hoef me niet om te kleden want mijn schaatskleding heb ik niet bij me. Ik heb ook geen specifieke voeding bij, wellicht wordt dat nog het grootste probleem. Een Elfstedentocht, ook een alternatieve zoals deze, is toch 200 kilometer!

Nb
Inspanningen en prestaties zoals een Elfstedentocht hebben mij altijd erg geboeid. Ik reed in mijn leven de tocht der tochten op de schaats (1997), op de fiets in één dag en tweemaal als driedaagse. In 2013 reed ik de alternatieve afstand in Zweden (waar ik nog als derde eindigde).
Van een oud-dorpsgenoot had ik vernomen dat hij ooit éénmaal de 200 km tocht op een overdekte baan had gereden. Op een baan van 400 meter zijn dat wel 500 rondjes!
In het schaatsseizoen 2018/2019 was er de mogelijkheid bij de Nacht van Eindhoven om dit ook te doen: hier lag mijn kans. Ik pakte mijn spullen, zonder een specifieke voorbereiding. Ik bond de ijzers onder en begon gewoon. Het werd een mooie avond en een lange nacht. Uur na uur, ronde voor ronde. Mede doordat ik aan het begin van de tocht even met een interview op Omroep Brabant was, kwamen er diverse supporters kijken. Op het moment dat ik ergens midden in de nacht finishte, moest de nummer twee na mij nog vijftien ronden schaatsen. Het was gelukt, deze tocht kan van de bucketlist! (een verslag van deze tocht is te vinden bij Sport en Reisverhalen op deze website)