Kees en Gerda Jansen doen stapje terug.
Annemiek van de Ven verkent de aspergevelden

Mei 2020


Foto: namens de Reuselse aspergeboeren biedt Corrie Jansen burgemeester van de Ven een mand met asperges en andere groenten aan.

Wie in Reusel Kees Jansen zoekt, kan er beter naar Kees Job vragen. Of naar de aspergeboerderij aan de Voorste Heikant. Maar als je hen daar wil zoeken moet je wel vlug zijn, want ze gaan daar stoppen met hun groenteboerderij en wonen er nog hooguit twee jaar. Burgemeester Annemiek van de Ven maakte op haar kennismakingstoer kennis met hen én met hun asperges.
“O, dat valt nog best tegen om zo’n asperge te steken.” Het is echt voor de eerste keer in haar leven dat ze een aspergemes in haar handen heeft en ze moet dan ook enkele keren aanleggen voor ze de witte asperge in haar handen heeft. Maar als het gelukt is, kijkt ze er vol verwondering naar. “Ik maak ze regelmatig klaar voor de maaltijd,” zegt ze trots. “Erg lekker”.
Intussen legt Kees Jansen uit wat er bij het houden van asperges komt kijken. Hoe hij met zijn Gerda 43 jaar terug begon aan de Voorste Heikant. Hoe ze groot werden met de groenten die ze er verkochten, nu zijn het vooral de asperges. Hij zag de opkomst van het plastic op de aspergebedden en de komst van de polen om ze te steken. Nu verkoopt hij zelfs geschilde asperges op een veld in Lage Mierde en verder nog in het winkeltje aan huis.
Maar op je 68-ste nog zeven dagen per week in de weer, voor Kees mag het ook wel wat minder zijn. Maar echt stilzitten wordt het nog niet, voorspelt hij. Met de broers van Gompel, die hun bedrijfsgebouwen opgekocht hebben, heeft hij afgesproken dat ze er nog twee jaar mogen wonen. Kes wil in die periode de aspergevelden die hij nog heeft af gaan bouwen en hij begint al na te denken wat hij dan gaat doen. “Dat is in ieder geval niet stilzitten,” zegt hij.
Intussen verkopen de Reuselse aspergeboeren hun groenten tegen een redelijke prijs. Een groot deel ervan gaat geschild en wel van de hand, waardoor ze thuis zo de pan in kunnen.
Annemiek van de Ven weet nu wat er nodig is om het witte goud uit de zwarte zandgronden te halen en als toetje mag ze ze thuis nog een keer gaan proeven.