Reuselse vogel mooiste in zijn soort
‘Wereldkampioen is geen eindstation’
Trompetter februari 2010
Reusel - Onlangs werd Wilco Bal tot twee maal toe wereldkampioen met door hem gekweekte vogels. Wie denkt dat met dit hoogtepunt zijn laatste doel bereikt is heeft het mis. ‘Over enkele weken weer gewoon s morgens om 4.00 uur op als het broedseizoen begint,’ zegt hij enthousiast.
Het kweken van vogels, hoe groot of hoe klein ook, is een wereld op zich, zo blijkt. ‘Je moet het virus wel in je hebben,’ weet Wilco. Hijzelf kreeg het van zijn vader over en als hij naar zijn dochtertje kijkt? ‘Het zou zo maar kunnen,’ grijnst hij.
Hij lijkt van het type ruwe bolster blanke pit. Met zijn kort geknipte haar kan hij zo langs Theo Maassen gaan staan maar qua hobby hebben die twee weinig overeenkomsten. Toen hij ooit zijn vader bezig zag met het kweken van cultuurvogels wist hij dat dit een super hobby was. ‘Je kunt je er helemaal in kwijt,’ zegt hij jaren later nog steeds. Zijn vader had een aantal vogels die er leuk uit zagen, Wilco legde de lat voor zichzelf hoger en ging deelnemen aan kampioenschappen. Via zijn partner kwam hij in Reusel terecht, bij de keuze van zijn woning keek hij wel of er een volière gebouwd kon worden.
Thuis heeft hij op een beschutte en veilige plek diverse kooitjes met kleine vogeltjes. De beweeglijke beestjes lijken er zich prima thuis te voelen.
‘Daar zit ook wel een beetje het geheim,’ verklapt Wilco. Als zo’n beestje bij een keurmeester is moet hij niet zenuwachtig alle kanten op gaan. Door met het diertje bezig te zijn leer je hem rustig te blijven als hij in de hand is. Daarbij komt het natuurlijk op details aan want geloof me, er zit weinig verschil tussen de eersten.’
‘Vorig jaar nam ik voor het eerst deel aan een WK,’ legt Wilco uit. Ik had toen al deelgenomen aan Nederlandse en Europese kampioenschappen maar met de mondiale strijd ging de lat nog wat hoger. Ik behaalde in 2009 al twee maal brons, je weet dan wat je nog voor je hebt en dat het beter kan.
Dit jaar begon ik al in oktober met de specifieke voorbereiding. De geselecteerde vogels gingen al vroeg in de speciale kooitjes waarin ze vervoerd en geshowd worden.’
Voor het WK 2010 schreef hij in met enkele losse vogels maar ook met een hele stam. ‘Om aan de wedstrijd deel te nemen moest ik de vogels een tijd uit handen geven,’ legt hij uit. ‘Er is een centraal punt waar de vogels per land verzameld worden, van daaruit werden ze vervoerd naar Portugal. Na aankomst werden ze al vrij snel gekeurd, zo kon het gebeuren dat ik al op de hoogte was van de uitslag nog voordat ik daar zelf gearriveerd was.’
Cultuurvogels
De Europese cultuurvogels die door liefhebbers als Wilco gehouden worden mogen enkel in de kooi zitten als ze in gevangenschap gekweekt zijn. Er is hem veel aan gelegen om zich hier nauw aan te houden. ‘Je wil de natuur op geen enkele manier verstoren. Dat wat er gekooid is staat een stuk van de vrije natuur vandaan. Deze vogels zouden zichzelf buiten ook niet meer kunnen handhaven. Daar staat tegenover dat een vogel in de vrije natuur gemiddeld twee jaar oud wordt, ik heb er nu van elf jaar in de kooi.
De elfjarige in kwestie blijkt een van Wilco zijn paradepaardjes te zijn. ‘Hij is te oud om nog mee te kweken, maar nu ik ook met een stam wereldkampioen werd is het mooi om de stamvader nog te koesteren.
Het kweken van vogels is, als we naar Wilco luisteren, het voldoen aan de standaard die voor het ras beschreven is. ‘Je probeert vervolgens zo dicht mogelijk bij de standaard te komen,’ legt hij uit. Het begint al door de juiste selecties bij de kweek te maken. Vervolgens moet je goed opletten bij de broed en de verzorging van de jongen. Uiteindelijk zorg je dat ze op tijd in topconditie zijn.’
Als hij met zijn grote handen in een kooitje graait komt zijn hand voorzichtig tevoorschijn. Een klein geel snaveltje glimt als goud tussen duim en wijsvinger. Met zijn ogen vlakbij het kleine kopje bekijkt hij de kleinste details. Zitten de veren goed, hoe zijn de kleurverhoudingen en hoe is de algehele conditie van de vogel?
‘Op dit moment besteed ik zo’n 1,5 uur per dag aan de vogels, vanaf april is dat opgelopen tot vier uur. Ik maak dan het eigen kweekvoer, sproei het verenpak van tijd tot tijd en kijk hoe ze reageren. Ik kan vlot enkele uren met een stoel voor een kooitje gaan zitten.’
In zijn eigen kring worden de verrichtingen van Wilco met zijn vogels nauwlettend gevolgd. Dat betekent niet dat zijn echtgenote overloopt van enthousiasme, zij benadrukt dat het vooral zijn hobby is. ‘Als je het virus niet in je hebt kun je het er ook niet in praten,’ weet hij.
Als lid van zijn club Vogelliefde uit Hapert kent hij de liefhebbers uit de omgeving. Er worden gegevens, ervaringen en soms ook vogels uitgewisseld. Alles in het teken om tot nog betere prestaties te komen. De vogelliefhebbers van Vogelliefde vallen onder het toezicht van de Nederlandse bond COM Nederland.
In zijn hoofd heeft hij de fok combinaties voor het nieuwe broedseizoen al klaar. De vogels in kwestie zijn daar nog onwetend van maar als hij ze bij elkaar gaat zetten zullen ze de natuur volgen, zo weet hij uit ervaring. Intussen tjoepen ze levenslustig op en neer in de kooitjes.
Als het aan de Reuselnaar ligt mag het allemaal nog wat levendiger want de sport vergrijst op dit moment. Wilco daarover: het grijsgehalte is hoog. Af en toe zie je jonge mensen maar ze blijven zeldzaam.’