Laatste bevrijders gedenken nog één keer

Ontroerende ontmoeting tussen jeugd en veteranen.
        
ED en Trompetter Kempenland 2004
 
 Zestig jaar geleden werden Eindhoven en de Kempen bevrijd van de Duitse bezetting: een gebeurtenis die in september altijd de aandacht kreeg die het verdiende. Maar de rijen van de soldaten van weleer zijn zestig jaar na dato wel erg uitgedund: slechts een enkeling leeft nog en is nog in staat om zijn verhaal te vertellen. Vaak zijn het verhalen die al erg vaak herhaald en beschreven staan maar af en toe is er een ontmoeting met die ene oud-strijder die zijn verhaal graag wil vertellen: nu het nog kan. Zo’n ontmoeting had Inge Daniëls (26) uit Reusel tijdens haar vakantie in Normandië. Ze was met haar vriend Peter en nog twee vrienden daar om de monumenten van D-day te bekijken toen ze in contact kwam met een groepje Engelse veteranen.
Het ijs was snel gebroken toen ze in hun hotel aan de praat raakten en als een deja-vu delen opnieuw beleefden. Inge raakte in gesprek met de 80 jarige Tommie Tailor die zich nog kon herinneren dat hij de ‘witheren’ in postel passeerde voor hij betrokken was bij de bevrijding van Reusel.
 
’Do you know the white guys’ vroeg Tommie Tailor enkele malen aan Inge Daniëls toen ze met elkaar in gesprek waren. Het duurde even voordat Inge thuis kon brengen wat Tailor bedoelde maar uiteindelijk bleken het de ‘witheren’ofwel de paters van Postel te zijn die hij bedoelde.
Het gesprek tussen Inge en de Engelse veteraan vond plaats in de nabijheid waar Tailor aan land ging op de ochtend van de zesde juni 1944: het strand nabij Arromanches. Tailor woont nu in het dorpje Red Car in Yorkshire en elk jaar komt hij naar Frankrijk om er zijn gevallen makkers te herdenken. Elke onderscheiding die hem op de borst gespeld wordt draagt hij op aan zijn strijdmakkers die het niet overleefden. ‘We waren 35 kilometer uit de kust en de lijken dreven ons al tegemoet,’ weet hij zich zestig jaar na dato nog te herinneren.
Wat Taylor ook graag verteld is het bouwen van de noodbruggen over de kanalen bij Eindhoven. Als ‘Engineer’ was hij erbij en hij kan het zich allemaal nog precies herinneren.
 
Eindhoven
 
De groep van vijftien veteranen was in Frankrijk op uitnodiging van de Franse overheid om de zoveelste onderscheiding in ontvangst te nemen. Op 6 juni was er een groots feest met diverse vooraanstaande leiders: maar daar wilden deze oud-strijders niet bij horen. Overigens konden ze ook niet want op diezelfde dag hadden ze een defilé in hun eigen dorp.
De ontmoeting met de Nederlanders eind juni was louter toeval. Vier jonge mensen die uit de verhalen van opa een passie over hielden over WO II. Jonge mensen die verbijsterd rond keken naar het imposante oorlogskerkhof waar de film van ‘Private Ryan’ begon. Of het sobere Duitse kerkhof waar de gevallenen soms met meerderen in een graf liggen.
De boeking in hetzelfde hotel zorgde voor het contact met elkaar en na enkele dagen werden de Nederlanders als speciale gasten uitgenodigd om met de Engelsen mee te gaan naar de huldiging.
Maar later hadden ze nog een eigen herdenking. Weg van de camera’s en andere belangstellenden herdachten ze hun eigen vrienden. Alleen het Nederlandse viertal was er getuige van. En tussendoor praten. Veel praten. Over de binnenkomst van Eindhoven: al die momenten die nog op hun netvlies staan. Snoepjes uitdelend aan de vermagerde kinderen en in elke straat was het feest. Maar af en toe was er ook stilte, als er weer een verhaal naar boven kwam; soms een verhaal dat nog niet eerder verteld was.
 
Alf Ward landde in Arnhem
 
Zoals het verhaal van de oud-commando Alf Ward. Veel zegt de oude man niet over zijn verrichtingen maar af en toe wordt het hem te machtig en dan moet hij zijn herinneringen delen. Zoals de dropping die hij meemaakte in Arnhem tijdens de operatie <I>Market Garden<I>. Als commandant van een 45 man sterke groep verkenners werd hij over de Rijn gedropt: ze landden midden in een groep Duitse SS-ers. Binnen tien minuten was hij tweederde van zijn manschappen verloren. In zijn groep zat een tweeling die een uur na elkaar geboren was: in Arnhem stierven ze beiden binnen een uur. Als Ward erover verteld is dat zachtjes, zonder veel bravoure. De werkelijkheid ontroert niet, wel zijn verhalen daarover. Ook Alf Ward heeft veel te vertellen over zijn dropping in Normandië en over zijn intocht in Nederland. Het woord wrok kent hij niet. ‘Het was zij of wij. Allen vochten we voor een land en een ideaal. We beseften dat de personen die je tegenover je had het niet tegen jou persoonlijk had, al ging het wel om leven of dood’.  
 
’Soldaat Debrick’
 
Vanuit Engeland was hij op weg gegaan op de avond van de vijfde juni 1944. Met zijn infanterie onderdeel de Glasgow Highlanders wou hij aan land gaan maar ver kwam hij niet, want soldaat Debrick raakte gewond. Nog voor hij een bijdrage kon leveren aan de strijd moest hij alweer terug keren naar Engeland. Gelukkig herstelde hij snel en kon zich drie maanden later weer bij zijn groep voegen die toen net op het punt stond om Eindhoven binnen te trekken. Debrick weet zijn naam in Eindhoven op een gedenksteen als een van de erkende bevrijders van deze stad.
 
Inge Daniëls en haar vriend Peter van Kemenade denken nog graag terug aan de vakantieweek die in het teken stond van de ontmoetingen met de oud-strijders. Ze hebben uitnodigingen op zak om naar Engeland te komen en met de foto’s op tafel komen de verhalen opnieuw tot leven.
Er wordt ook nog druk gecorrespondeerd zoals met Maurice Julion die dagelijks aantekeningen maakte van zijn opmars naar Nederland waarbij hij ook door Eindhoven kwam. Op enkele vodjes papier staan de belevenissen van een soldaat die leefde in de roes van oorlog en geweld. Inge hoopt dit verhaal nog toegestuurd te krijgen om er kennis van te nemen. Een verslag uit een strijd waarvan we allen de afloop kennen. Een oorlogstrijd die diepe sporen naliet bij de betrokkenen, vooral omdat ze allen jong waren en omdat ze vele dierbare vrienden verloren.