Jan en Betsie Vermeulen 50 jaar getrouwd

ED 2000
 
Op 20 november is het precies 50 jaar geleden dat ze in Reusel elkaar het ja-woord gaven. Jan en Betsie Vermeulen, in de laatste jaren van hun leven op de Mariahof genietend van een rustige oude dag. Samen met hun 6 kinderen en 13 kleinkinderen keken ze daar vooruit naar het feest waar ze zeker van zullen gaan genieten, want dat staat voor hen vast. Zowel Betsie als Jan kunnen nog volop van het leven genieten: Betsie van de rust in hun woning op de Mariahof en van de kinderen en kleinkinderen als die om haar heen zijn. Jan kan vooral genieten door te buurten met iedereen die hij op de Mariahof en in d’n Achterum tegenkomt, door hier en daar nog een klusje te doen en onlangs is hij nog gepromoveerd tot huis postbode.
 
Op de nu lege plek op de hoek Mierdseweg/ Lindestraat begon het leven van Jan Vermeulen. Als zevende van de acht kinderen zag hij er het levenslicht om op te groeien in het snel groeiende Reusel van voor de oorlog. “Mijn vader was kar ofwel Raaymaker” zegt hij over zijn thuis.”Het was een soort smederij die in de oorlogsjaren veel schade op zou lopen”. De oorlogsjaren zouden voor Jan een bijzondere rol gaan vervullen doordat hij maar liefst drie jaar in Duitsland te werk werd gesteld. Het was geen gemakkelijke tijd voor de man die net een lief had leren kennen en dat vervolgens 3 jaar nauwelijks zag en af en toe maar eens kon schrijven.
Nadat Jan enkele jaren naar de ambachtsschool in Tilburg was gefietst ging hij net als enkele broers in de sigarenindustrie werken. Hij leerde er bij de Karel 1 aan de Turnhoutseweg veel mensen kennen en een van hen was de meesterknecht Vermeulen, de vader van Betsie.
Deze familie Vermeulen was enkele jaren daarvoor in Reusel komen wonen. Ze kwamen oorspronkelijk vanuit Strijp in Eindhoven, waar Betsie geboren is in een gezin met 10 kinderen. De overhuizing en aanpassing in Reusel ging voor Betsie en de andere kinderen in het gezin maar moeizaam. “Onze taal was net iets anders en men had veel vooroordelen tegen degenen die van de stad kwamen”. Ze volgde het onderwijs op de meisjesschool bij de nonnen en kan zich daar nog van herinneren dat het dikke pret was toen zij het aandurfde om een keer de kap van het hoofd van een non af te trekken. “Voor een wortel hadden we een weddenschap of ik het zou doen; we wilden vooral weten of nonnen wel of geen haar hadden”. Het haar bleek kortgeknipt wel aanwezig en Betsie kan er nog om lachen. Na haar schooltijd ging ze vanaf haar veertiende als dienstbode werken in Eindhoven. Ze droomde van een opleiding voor verpleegster maar kreeg daarvoor geen toestemming van vader. “De meisjes thuis moesten werken zodat de jongens een opleiding konden volgen,” zegt ze 60 jaar later. Op haar twintigste kreeg ze nog een keer de mogelijkheid om de opleiding toch nog te gaan volgen maar “toen was de interesse over” zegt ze terug kijkend.
De wegen van Jan en Betsie waren inmiddels samen gekomen maar waar het nu precies begon zijn hun meningen verdeeld. Volgens Jan keek hij altijd door het raam van hun woning aan de Lindestraat naar buiten als Betsie in de textielwinkel langs hen kwam. Het eerste contact zou daar tot stand gekomen zijn. Betsie kan zich als eerste ontmoeting nog herinneren dat ze bij haar vriendin Lenie Loonen was en dat Jan daar bevriend was met diens broer Kees. Door t.b.c. verloor Betsie haar vriendin op 18-jarige leeftijd maar de liefde voor Jan bloeide op en het viel haar zwaar toen hij zich als een van de werknemers van de Karel 1 moest melden om naar Duitsland te gaan. “Als jongen zag ik hem vertrekken maar als man zag ik hem terug komen” herinnert Betsie zich nog. Het was voor haar een moeilijke tijd om hem eerst zo lang niet te zien en om later vast te moeten stellen hoe zeer hij veranderd was.
Jan werd intussen door de wehrmacht ingezet bij de produktie van de Mauser pistolen en werd in 1945 door Fransen en Marokkanen bevrijd. De terugtocht naar Reusel ligt nog voor in zijn geheugen en niet voor het eerst vertelt hij erover. “Ik kwam met de trein in Valkenswaard aan en trof daar op de markt een vrachtwagen van Loonen. Toen ik met hem naar Reusel kon en bij ons thuis naar binnen wandelde stond mijn moeder net bij de aanrecht met een kaart die ze net ontvangen had. De kaart was door Jan zelf al een half jaar eerder gepost en had als vermelding van hem gekregen: “het gaat goed, zet de aardappels maar vast op want ik ben er zo”.
De woorden bleken uit te komen en Jan had zijn Betsie weer snel gevonden. Er werden trouwplannen gemaakt en op 20 november 1948 was de dag daar. De bruiloft werd gevierd in het ouderlijk huis van de bruid en ze herinneren het beiden als een stralende dag. Ze gingen wonen in de net gebouwde woningen in de Bakkerstraat waar ze de beschikking hadden over de bovenverdieping. Later verruilden ze dit met de benedenverdieping. Ze woonden tijdens hun huwelijk later nog in de Molenstraat en vanaf ’61 in de Vlassert. Twee jaar na hun huwelijk – “het begon net tot lastige vragen te leiden” zegt Bets- werd hun oudste zoon Frans geboren en nog 5 andere kinderen zouden volgen.
De zorgen voor de opvoeding van hun eigen kinderen werden later afgewisseld met het genot om de kleinkinderen te zien komen en opgroeien. Vol trots kunnen ze beiden vertellen over datgene wat 13 de kleinkinderen al gepresteerd hebben.
Toen het bijhouden van huis en tuin in de Vlassert een probleem werd, kwam de Mariahof in beeld en op dit moment zijn ze een van de weinige paartjes die daar een woning huren.
In eerste instantie kwamen ze op de eerste verdieping terecht maar met de verhuizing naar beneden lijken ze er hun stek goed gevonden te hebben.
Betsie doet er vooral datgene waar ze haar hele leven al goed in was: als huisvrouw aanwezig zijn voor iedereen die er binnen loopt en daarnaast met handwerken de meest uiteenlopende dingen maken. Jan, die 36 bij Philips werkte, heeft maar een klein gedeelte van zijn gereedschap uit de Vlassert meegenomen. Hij kijkt in de huiskamer naar de meubels die hij zelf maakte en in de Mariahof en d’ n Achterum gebeurt er maar weinig dat hem ontgaat. Samen kijken ze al vooruit naar de volgende week als op 20 november de grote dag aan zal breken.
 
Enkele jaren later overleed Jan Vermeulen en bleef zijn vrouw nog enkele jaren alleen achter.
 
HW 2000