Begin jaren negentig werd ik lid van RWC omdat ze daar jaarlijks een tijdrit organiseerden. In je eentje een aantal kilometers tegen de wind in stoempen, de strijd tegen de seconden en tegen elkaar: het leek me wel wat.
De eerste drie keer eindigde ik telkens als tweede of derde maar daarna kon ik het hoogste podium beklimmen.
Dat zou me acht maal achtereen lukken, wat steeds een vermelding op de mooie trofee opleverde. Tot RWC besloot ermee te stoppen: er zat te weinig spanning in. Helaas.