Nationale belangstelling voor Theo Vogels
Radio documentaire over Beekse verzetsheld
 
Mei 2019
 
 
Zodra de eerste week van mei nadert, gaan onze gedachten vaak terug naar de personen die 75 jaar terug streden voor onze vrijheid. Mensen, vaak jonge mannen, die hun eigen leven op het spel zetten om dat van anderen te redden. Een van hen was Theo vogels uit Hilvarenbeek. In dit dorp wordt zijn naam nog dagelijks genoemd door de straatnaam: het Theo Vogelspad. Maar wie was Theo vogels eigenlijk?
Theo woont de eerste zestien jaar van zijn leven in Tilburg en het gezin verhuist pas daarna naar kasteel Groenendael in Hilvarenbeek. Zijn vader was directeur van de gloeilampenfabriek Voba in Tilburg. Tijdens zijn jeugd maakt Theo al behoorlijk wat mee. Op jonge leeftijd kreeg hij difterie en  raakt betrokken bij een auto-ongeluk. Op zijn zeventiende gaat er onverwacht een geweer af en een kogel doorboort zijn hartzakje. Theo geneest ervan, maar zal de littekens altijd met zich meedragen.
In die tijd, op zijn zeventiende, is hij leerling op de HBS van het St. Odulphuslyceum in Tilburg. Hij is er aangesloten bij de Jongstudenten-vereniging en lid van de Maria-congregatie van die school. Maar ook buiten schooltijd is hij heel actief met tennis, hockey en schaatsen. Hij is actief bij  verschillende scoutingclubs en van de Broederschap van de Wulpen, een soort vriendengroep. Op 2 oktober 1939 maakt hij daar samen met zijn vrienden een testament op, ten gunste van de Broederschap. Zijn persoonlijke archief wordt overgedragen aan de vriendengroep. Daarnaast zou er jaarlijks een mis opgedragen moeten worden voor de overleden broeders. Hoewel niet officieel, werd dit testament toch uitgevoerd, en wel op 27 september 1945, ruim vijf maanden na zijn overlijden.
Theo is vijf jaar vóór zijn dood begonnen aan zijn studie economie in Tilburg. Na een jaar besluit hij tijdelijk te stoppen met studeren om zijn vader te assisteren in de gloeilampenfabriek. Medio 1942 pakt hij de draad weer op en wordt lid van het Tilburgs Studenten Corps St. Olof. Als hij in het voorjaar van 1943 de loyaliteitsverklaring moet tekenen voor de Duitse bezetter, weigert hij net als veel van zijn studiegenoten. Hij meldt zich bij de Arbeitseinsatz, de gedwongen tewerkstelling. Korte tijd verblijft hij in een kamp in Ommen. Vanwege zijn precaire gezondheid wordt hij vrijgesteld en gaat opnieuw aan de slag in de fabriek van zijn vader. Ondertussen sluit hij zich ook aan bij de verzetsgroep Smit-Van der Heijden, die zich met name bezig hield met het in vrijheid brengen van neergehaalde piloten. Dit was geen ongevaarlijke missie, zo zou later blijken. 
Theo is verantwoordelijk voor het vervoer van de piloten vanuit Tilburg via Hilvarenbeek en de bossen aan de grens bij Esbeek. Hij kent dit gebied goed, want hij is er opgegroeid. Maar dan gaat er op 15 november 1943 een pilotentransport mis. Een aantal leden van de verzetsgroep wordt opgepakt  en ook Theo wordt gearresteerd. Samen met andere leden van de verzetsgroep komt hij terecht in een gevangenis in Antwerpen en later in Brussel. Daar wordt hij ter dood veroordeeld. Zijn familie dient een gratieverzoek in en Theo's doodstraf wordt omgezet in tien jaar dwangarbeid. Zijn vader reist verschillende keren naar België om zijn zoon te bezoeken, totdat Theo naar een Duitse gevangenis wordt overgebracht.  
Het regime in deze gevangenis in de Duitse plaats Bruchsal, is wreed en de leefomstandigheden zijn mensonterend. Theo is geketend en het eten wordt in de cellen naar binnen gegooid. Hij doorstaat er een verblijf van een half jaar en wordt daarna overgeplaatst naar een gevangenis in Rheinbach. Zijn verblijf hier duurt ruim zes maanden. Als er een nieuw transport wordt aangekondigd, ruilt hij van nummer met een medegevangene en komt zo in Siegburg terecht. Twee maanden later wordt hij hier bevrijd door de Amerikanen, maar voor Theo is dat net te laat. Hij is te ziek om nog vervoerd te worden en op 24 april 1945 sterft hij aan vlektyfus.
Theo wordt door de Nederlandse Oorlogsgravenstichting overgebracht naar het Nationaal Ereveld in Loenen. Zijn geschiedenis is door neef Joep verwerkt  in het boek Student in verzet. Een oproep van de universiteit aan de families van de 22 omgekomen Tilburgse studenten markeerde het begin van zijn zoektocht. Een fotoreportage van het gedenkteken op het St. Odulphus-lyceum was hiervan een deel.
De VPRO zend op bevrijdingsdag, 5 mei, om 11.20 uur op NPO Radio 1 de radiodocumentaire De jongen van Zuchthaus Siegburg uit, die geheel gewijd is aan het leven van Theo Vogels in de Tweede Wereldoorlog. Zijn geschiedenis is door zijn neef Joep Vogels pas ver na de oorlog in kaart gebracht, hij putte daarbij uit tal van archieven die hij op zolders terug vond.
Daarbij ook de zes brieven die Theo tijdens zijn gevangenschap in Antwerpen en Brussel naar zijn ouders stuurde. Theo vraagt daarin om een plan te maken voor een kapelleke ter ere van zijn beschermvrouw Maria, voor als hij weer vrijkomt.
De documentaire voor Het Spoor Terug is gemaakt door de Bredase documentairemaker René Oomen.
Bij het opstellen van dit verhaal is gebruik gemaakt van diverse bronnen.
Het Maria kapelleke bij de poort van kasteel Groenendael, waar Theo opgroeide, doet voor altijd aan hem denken. In zijn brieven uit de gevangenis smeekte hij haast de familie om na de oorlog een kapelletje te bouwen. Theo’s geloof was zijn grote kracht tot overleven.