Rudi Hemmes (96) terug op voormalig strijdtoneel

Oud Generaal bevrijdde Kempen en Tilburg
 
September 2019

Rudi Hemmes kreeg veel onderscheidingen voor zijn inzet bij de bevrijding

De Prinses Irene Brigade vormde in 1944 een belangrijk bestanddeel in het leger van de geallieerden dat Nederland bevrijdde. Van de soldaten die 75 jaar terug optrokken om de Duitse Wehrmacht terug te drijven, zijn de meesten niet meer in leven. De in Den Haag geboren Rudi Hemmes was er toen bij en kan er nog steeds over vertellen.
Zijn ogen staan nog helder en ze nemen de omgeving nog goed waar. Zonder afhangende schouders draagt hiji een hele rits aan medailles. Hij kreeg onderscheidingen zoals het verzetsherdenkingskruis, het kruis van verdiensten en werd door president Chirac op de wangen gekust voor al wat hij deed in 1944. Daarnaast is hij ereburger van Den Haag en Wolverhampton.
“Ik was zestien jaar toen de oorlog uitbrak,” blikt Hemmes terug. “Ik zat op de HBS in Den Haag en had grote toekomstplannen. Maar toen ik zag wat die Duitsers flikten, begon mijn bloed te koken en wilde ik slechts één ding: mee gaan vechten. Door de contacten met een studievriend kon ik tot in Parijs komen, van daaruit gingen we te voet in de richting van de Pyreneeën. We hebben dagen achter elkaar alleen maar gelopen”.
Maar eenmaal de Pyreneeën over, waar ze de vrijheid vermoedden, werden ze gearresteerd. Spanje was toen nog net op de hand van Hitler en onderschepte de vrijheidsstrijders.
“We hadden het geluk dat Franco net toen zijn inzichten wijzigde en de kant van de geallieerden koos,” blikt Hemmes terug. “Ik werd weer vrij gelaten en kon vanuit Portugal per schip Engeland bereiken.”
Eenmaal op het Britse continent was het voor de jonge Nederlander niet moeilijk om een militaire opleiding te krijgen. Ze werden klaar gestoomd voor een grote aanval op West Europa, maar kregen de details nooit te horen.
“Op 9 juni, drie dagen na D-Day gingen we naar het bioscoopjourmaal en daar hoorden dat der drie dagen eerder de grote aanval was geweest. We waren totaal verrast. Daarna was het wachten want ons was vooraf al verteld dat wij daar de eerste twee maanden niet ingezet zouden worden, omdat we met onze taal een risico vormden. Men zou ons voor Duitsers aan kunnen zien. Maar in augustus 1944 was het zover en werden we per parachute gedropt. De opmars was toenal gevorderd tot net voor de Nederlandse grens.”
Hemmes, die in die periode als brem gun-schutter geschoold was, kon op deze wijze aan de intocht en opmars in Nederland deelnemen.
“De brem gun stond op een eigen vervoermiddel en de opmars ging best wel snel. We leefden in een roes en dachten de hele wereld aan te kunnen.”
Afgelopen zondag was Hemmes weer in het Brabant dat hij mee bevrijdde en was hij in de gelegenheid om een aantal jongeren uit De Kempen te ontmoeten. Kinderen van tien tot twaalf jaar mochten hem het hemd van het lijf vragen.

Kinderen stellen vragen
Zo wilde Tijmen graag weten wat het ergste was dat de Duitsers deden. Hemmes hierover: “Het feit al dat ze naar hier waren gekomen vond ik erg. Ook dat ze Rotterdam plat gooiden op het moment dat Nederland al gecapituleerd had.”
Op de vraag van Yente of hij vaak bang was: “Ja, we knepen hem wel vaak. Het was ook een groot probleem dat we continue niet wisten waar we waren. Er waren geen aanwijsborden en we opereerden net zoveel in de schemer als bij daglicht.”
Als Floor vraagt of hij familieleden heeft verloren in de strijd kan hij daar ontkennend op antwoorden.
De kinderen kregen van de Generaal-Majoor buiten dienst (BD) nog een korte geschiedenis mee naar huis. ,,Het is jammer dat de kinderen er op school nog zo weinig over horen,” zegt hij.
Rudi Hemmes is niet alleen een van de laatst overlevenden uit de vrijheidsstrijd van Nederland, hij is op dit moment ook nog voorzitter van het Genootschap van Engelandvaarders. Van de 1200 Nederlanders die de zee overstaken om vanuit Engeland mee te vechten, zijn er nog maar 30 in leven en slechts tien daarvan zijn in staat om bijeenkomsten bij te wonen. Wie Soldaat van Oranje gezien heeft (wie niet?) weet om wat voor avonturiers dat ging.
Hemmes verwacht dat deze stichting er over twee jaar niet meer zal zijn. “Het is een logisch gevolg van het voortschrijden van de tijd. De jongste in dit genootschap  is al 95 jaar,” zegt hij