Monument en krans voor woonoord Lager Mierde

Hilverbode augustus 2013


Twee natuurstenen pijlers met een brug ertussen. Daarop vermeld achttien familienamen en in twee talen een korte herdenking:

In geloof en vertrouwen

gehoorzaamden ze en

vertrokken naar een vreemd land.

Wat hen beloofd was zagen

ze nooit werkelijkheid worden.

Ze leefden als vreemdelingen

en gasten.

 

foto: de oudbewoners Mary en Fritske Loupatty onthullen het monument en zien hoe burgemeester Tuerlings een krans legt.

Het monument bij het voormalige woonoord Kamp Lage Mierde moet voor altijd een stukje geschiedenis levend houden. Twee oud-bewoners, broer en zus Mary en Fritske Loupatty, kinderen van Albert Loupatty, onthulden het monument. Burgemeester Harrie Tuerlings legde een krans om allen die het niet meer meemaken te herinneren.

 

Netty Lawalata (foto)  is 85 jaar en haar gelaat is getekend. Op de plaats waar ze meer dan acht jaar woonde, liet ze een belangrijk deel van haar leven achter. Ze kreeg in totaal negen kinderen, waarvan het grootste deel in Lage Mierde geboren werd. Een van die kinderen was haar dochter Sofie die er ook overleed en nog steeds in Lage Mierde begraven ligt. Elk jaar rijdt ze samen met een van haar kinderen naar Lage Mierde om even bij het graf te staan. Zodra ze er is wil ze ook weer weg. Lage Mierde is voor haar een dierbare herinnering, maar ook een pijnlijke. Haar overige kinderen keken er een stuk luchtiger tegenaan.

Andries en Sara Lawalata zijn ook twee kinderen van Netty. Zij werden nog in Indonesië op de Molukken geboren en bleven tot hun veertiende en vijftiende op Kamp Lage Mierde wonen. ‘We gingen met de bus naar school en na schooltijd speelden we hier in de bossen rond het kamp. Wij hadden geen zorgen, in tegenstelling tot onze ouders,’ zegt Sara.

Toen ze in 1963  naar Noord Holland moesten vertrekken verstopte ze zich want ze wou niet mee. Nu weet ze net als haar moeder dat de geschiedenis zo moest verlopen.

 

Lage MIerdse Adje Panken (77)heeft intussen de ontmoeting van haar leven.

Ze komt bij de reünie Maria Ruhulessin en Sien Supusepa tegen. ‘Ik was destijds directrice van de huishoudschool in Tilburg waar zij beiden als leerlingen naar toe kwamen. Na hun vertrek verloren we elkaar uit het oog tot ik hen hier ineens weer zag. Dit voelt heel bijzonder,’ zegt Panken.

‘Laten we de brug tussen deze twee stenen herdenken als het symbool voor de geschiedenis van de mensen die tussen twee werelden leefden,’ gaf burgemeester Tuerlings de bezoekers mee. Tot de bezoekers, die nu voor het merendeel in Noord Holland wonen,: ‘U was hier welkom, blijf u altijd welkom voelen.’

Foto: de Molukkers bleven een trots volk, ook tot in de derde en vierde generatie die volgde. De nazaten van de oud KNIL- militairen werden Nederlanders maar in hun hart bleef altijd een stukje thuisland met een verlangen naar een ideaal dat er nooit kwam: een eigen republiek RMS