Mezen en spreeuwen moeten sportvelden redden
 
September 2019
 

 
Door het plaatsen van zo’n honderd nestkasten op twee sportparken in Reusel-De Mierden,  moeten mezen en spreeuwen de ruimte krijgen om een bijdrage te leveren in het bestrijden van emelten. Het maken en plaatsen van de nestkasten is een samenwerking tussen de Natuur- en Weidevogelvereniging en sportparkbeheerder Stibex in Reusel-De Mierden.
Emelten zijn pootloze, grijsbruine kokervormige larven van de langpootmug. Het muggenvrouwtje legt tussen juli en september 300 tot 400 eieren per keer. De emelten hebben geen poten en geen duidelijke kop en ze kunnen tot 45 mm lang worden.
“Die emelten vormen al langere tijd een probleem op de sportparken,” legt Jos Laarakker van de weidevogelvereniging Reusel uit. “Het is daarom niet vreemd dat onze vereniging te hulp werd geroepen om een oplossing mee te bedenken. Nu is de emelt een gewild hapje voor meerdere vogels, maar het probleem is dat de merel en de kauw de grasmat beschadigen als ze naar de beestjes op zoek zijn.”
De larven komen in het gras doordat een langpootmug de eitjes bovenin de grasmat legt. Die eitjes komen al na 2 weken uit, waarna de larven zich tegoed doen aan het gras. De diertjes vreten niet aan de wortels van het gras, maar aan het jonge groen. Dit doen ze door vanuit hun holletjes het jonge groen naar beneden te trekken. Het gras zal hierdoor bruine kale plekken vertonen.
De emelten bevinden zich in de bovenste twee tot drie cm van de grond, van waaruit ze ’s nachts half uit de grond stekend, aan de planten eten. De beschadiging bestaat niet alleen uit beschadigd en weggevreten gras, maar ook door de vogels die in de grasmat gaan graven om de larven te vangen. “Wij ontdekten dat er enkele vogelsoorten zijn die de larven vangen zonder de grasmat te beschadigen, waaronder de koolmees en de spreeuw,” legt Laarakker uit. “Daarom is het zaak om net die soorten naar het gras van de sportvelden te lokken. Met een behoorlijk aantal nestkasten moet dat lukken.”
Maar voordat er nestkasten opgehangen kunnen worden, moesten die eerst nog gemaakt worden.
De leden van de weidevogelgroep stroopten daarvoor zelf de mouwen op en gingen aan de slag. De een zaagde de zijwanden en de ander boorde de gaten voor de toegang. De nestkasten werden zo gemaakt dat ze duurzaam zijn en meerdere jaren mee kunnen.
De nestkasten worden binnenkort geplaatst in Reusel en Hulsel, zodat de vogels er volgend voorjaar in kunnen gaan nestelen. Als het initiatief een succes is, wordt het daarna ook uitgerold naar de  sportvelden in Hooge en Lage Mierde.
“Laten we hopen dat het een succes wordt,” vervolgt Laarakker. “We hebben deze vogels op meerdere vlakken nodig bij de bestrijding van rupsen en larven. Denk maar eens aan de buxusmot en de eikenprocessierups, dat zijn ook lekkere hapjes voor hen en die brengen ons ook veel schade toe.”