Mark Thijssen: ‘een mensenleven gaat altijd nog vóór de top’
Trompetter kempenland 2005
Op 15 augustus 2005 vertrok een Nederlandse expeditie voor een poging om als eerste Nederlanders in het najaar via de Noordzijde de Mount Everest te beklimmen. Onder de drie klimmers een Kempenaar: Mark Thijssen uit Bergeijk. Terwijl de een een potje gaat biljarten en de ander een uitdaging zoekt in een strandvakantie, ligt voor Mark Thijssen het ultieme doel iets hoger. Op 8848 meter wel te verstaan.
Slechts zes Nederlanders lukte het ooit om op de top van swerelds hoogste berg te staan maar nog nooit lukte het een Nederlander deze berg van de Noordzijde te beklimmen. Ook lukte het nog nooit een Nederlander om in het najaar deze expeditie met succes te voltooien: voor Mark Thijssen en zijn vrienden geen beletsel om de uitdaging aan te gaan.
‘Ja, waar begon dit avontuur eigenlijk,’ vraagt mark zich af als hij in zijn Bergeijkse huiskamer alles eens overdenkt. De 29-jarige vrijgezel, in het dagelijks leven werkvoorbereider bij De Meeuw, heeft veel mee om dit avontuur aan te gaan. Zo laat hij geen vriendin in spanning achter omdat hij die niet heeft, terwijl zijn ouders beiden bekend zijn in de bergsport en daardoro de risico’s kennen. ‘Kijk, het brengt natuurlijk bepaalde risico’s met zich mee. Er zijn nu drie Nederlanders een klimpoging naar de Everest aan het ondernemen en een van hen wil met een parapenter naar beneden zweven. Een andere bergbeklimmer probeerde eerder skiënd van de Everest naar beneden te komen maar kwam daar nooit aan…’
Ultieme uitdaging
De Mount Everest, gelegen in de Himalya op de grens van Tibet en Nepal is een berg die bij veel mensen enorm tot de verbeelding spreekt. In Nepal noemen de mensen hem <I>Chomolungma<I> wat ‘hoogste berg ter aarde’ betekent, voor sommigen ook <I>Moeder Goding der aarde<I>.
Vanaf 1921 worden er al expedities gehouden om de berg te bedwingen maar het zou toch tot 1953 duren voordat Sir Edmund Hilary er samen met zijn sherpa op de top stond.
Pas in 1960 werd de Mount Everest voor het eerst vanuit het noorden (Tibet) beklommen
Ook al is de beklimming technisch zeker niet de moeilijkste: door de extreme hoogte zijn er zoveel zaken die de tocht daar meer dan extreem maken. Zo is het zuurstofgehalte maar 30% van de normale waarde en kan de temperatuur er wel tot 50 graden onder nul dalen.
Bergsport van jongsaf
Met zijn ouders op vakantie in de Alpen maakte Mark Thijssen de eerste schreden in de bergen. Vanaf zijn twaalfde jaar maakte hij tochten onder leiding van een gids en de jaarlijkse vakantie werd steeds meer een hoogtepunt. En o ja: Hij deed aan tal van andere sporten zoals judo, tennis, en zelfs pistool schieten. Maar nooit fascineerde iets hem zoals de bergsport. ‘Het is moeilijk te zeggen wat het is. Als de vakantie eraan kwam was je al met de omgeving bezig en naturlijk het materiaal. Elk jaar weer nieuwe dingen uitproberen en elk jaar je grenzen weer wat verder verleggen’.
Mark had er geen enkele moeite om zijn omgeving ook enthousiast te maken. Zo was hij als akela bij de scouting vaak bezig zijn verhalen te vertellen tot de jeugdleden zelf ook mee wilden gaan. Het was voor hem de aanleiding om een klimmersclub op te richten binnen de scouting waarmee kleine expedities georganiseerd werden.
Intussen volgde mark de nodige cursussen en werd lid van de Nederlandse bergsport vereniging (NBV).
‘Je merkt dat het bergbeklimmen veel mensen aanspreekt. Je praat er over en je leest erover. Er zijn altijd veel mensen die met je mee willen maar er komt altijd heel wat bij kijken. Dan zijn er ook de nodige risico’s, zoals onlangs bleek bij een bergwandeling in Spanje’
Advertentie
Maar hoe haalt een gewone Bergeijkenaar het in zijn hoofd om de hoogste berg van de wereld te beklimmen: en dan nog van de moeilijkste zijde in een van de zwaarste seizoenen?
‘Tja,’ zegt Mark. ‘Het is toch de uitdaging hé. ‘Ik las in een blad een advertentie van Werner de Jong uit Klaaswaal. Hij vroeg expeditieleden voor een Everest-beklimming. Ik was er niet echt naar op zoek maar toen ik het las begon het toch te kriebelen. Na een tijdje nadenken melde ik me: ik was een van de velen. Werner vroeg mensen met klimmerservaring buiten Europa en die had ik op dat moment niet. Ik moest flink praten om uiteindelijk een van de twaalf personen te zijn die werden uitgenodigd voor een bijeenkomst: hier bleek een van mijn belangrijkste eigenschappen: doorzettingsvermogen!’
Voor Mark begon het avontuur met de bijeenkomst enuiteindelijk bleven er drie klimmers over: mogelijk dat er zich nog een vierde aansluit.
Zuid Amerika
’Ik kon tot dat moment enkel bogen op mijn beklimmingen in Europa. Ik stond al eens op de Mont Blanc maar wat is 4800 meter vergeleken bij de 8848 van de Mount Everest? Het was duidelijk dat ik meer ervaring nodig had, vandaar dat ik afgelopen jaar naar Argentinië ging voor een beklimming van de Aconcagua (6970 meter hoog). Uiteindelijk werd die top niet gehaald omdat mijn twee metgezellen op 6000 meter hoogteziekte kregen. We moesten snel naar beneden omdat een van hen het bewustzijn had verloren. Dat was wel jammer maar voor mij was het een bevestiging van mijn eigen kunnen: ik had nergens last van op die hoogte’
Mark is echter realist genoeg dat hij de risico’s kent, vooral omdat hij met zijn team ook nog zonder zuurstof wil klimmen tot aan de 8000 metergrens. ‘zuurstof hebben we natuurlijk ook bij voor medische doeleinden, ‘ zegt hij.
Mark rekent even voor hoeveel sneeuw er gesmolten moet worden om per persoon per dag aan de vijf liter vocht te komen die nodig zijn boven de 7000 meter. ‘Als je dan ook nog weet hoe lang het duurt voor je daar de sneeuw gesmolten hebt, dan weet je dat dat alleen al een hele opgave is.’
De expeditieleden hebben voor de aanloop van hun toch de ondersteuning van een kleine vijftig helpers. Bij het vorderen van de tocht zullen er steeds een aantal stoppen en de Nederlanders hebben de hoop dat er uiteindelijk een tweetal sherpa’s in staat zikjn om de top mee te bereiken. ‘Het is voor de lokale bevolking een belangrijke bron van inkomsten om expedities te begeleiden. Of wij de juiste mensen bij hebben zullen we pas achteraf kunnen vastestellen,’ zegt Mark die de kans op slagen hoog inschat.
Etappes
Nadat Mark Thijssen met zijn twee metgezellen op 15 augustus vertrokken is, zullen er ter plaatse de laatste voorbereidingen zijn. Het echte klimmen begint uiteindelijk op een hoogte van zo’n 5000 meter hoogte: het basiskamp ligt al op 5200 meter hoogte. Na het inrichten van een vooruitgeschoven basiskamp (6400 meter) volgt kamp 1 op 7000 meter en daarna drie kampen, telkens 400 meter hoger. Het is de bedoeling dat de laatste 500 meter in een ruk geklommen worden, waarna op de terugweg al het materiaal mee retour gaat.
‘We weten dat het zwaar zal zijn. Je lichaam kan protesteren en er kunnen zich dingen voordoen die we niet voorzien. Dan heb je ook de weersomstandigheden die tegen kunnen zitten. Als het bij min 50 graden ook nog eens hard waait weet je dat je niets kunt doen. Aan de noordkant zijn er bovendien een aantal lastige passages maar ook dat weten we van tevoren.’
Mark heeft zich in de voorbereiding over veel dingen goed laten informeren. Tot 6000 meter hoogte zullen de Nederlanders het eten gebruiken dat door de sherpa koks wordt klaargemaakt. Daarna wordt er overgeschakeld op gevriesdroogd eten en in de laatste etappe op astronauten voeding. ‘We zullen elkaar ontzettend goed in het oog moeten houden. In Zuid Amerika had ik al lichte bevriezings verschijnselen in mijn gezicht. Er kan van alles gebeuren onderweg: klimmers die de top niet haalden kwamen de meest uiteenlopende problemen tegen. Je moet deze ultieme uitdaging echt eerst en vooral voor jezelf doen’.
Mark klinkt nu nog realistisch maar het is de vraag hoe het hem zal vergaan als hij bezig is aan zijn tocht. De belevenissen van het drietal zullen op hun website bijgehouden worden (www.123mkb.nl/summit).
Daarnaast zullen met korte publicaties in dit blad de vorderingen vermeld worden. Tevens is er nog een mogelijkheid dat de Nederlanders met hun tocht in een uitzending op National Geografic Channel komen: de omroep heeft hen gevraagd om de ruwe video opnames af te staan om er via een compilatie een uitzending aan te kunnen wijden.
Uitdaging
Op 21 oktober hoopt Mark Thijssen weer voet op Nederlandse bodem te zetten. Hij hoopt dat hij dat kan doen in de wetenschap dat hij de zevende Nederlander was die ooit op het dak van de wereld stond. Maar hij weet ook dat velen niet slaagden in hun poging: er waren al diverse ervaren klimmers die deze uitdaging met hun leven moesten bekopen.
Veel mensen leven met hem mee, zoals zijn collega’s bij De Meeuw in Oirschot. Nadat zijn baas hoorde wat hij van plan was maakte hij de afspraak om na afloop een lezing te geven over de ervaringen tijdens de tocht. Hierdoor kreeg Mark de ondersteuning die het mogelijk maakt om deze expeditie te ondernemen. Want één ding is Mark Thijssen duidelijk geworden in de voorbereiding: de uitdaging is groot maar de totale kostenpost ook. De klimmers willen niets aan het toeval overlaten. Al hun spullen moeten tiptop zijn anders nemen ze ze niet mee: zelfs het beste is maar amper goed genoeg!
Door de extreme omstandigheden wordt er veel gevraagd van de mensen, maar ook van het materiaal dat ze gebruiken. Veel dingen moeten ze meenemen, maar het mag allemaal niet te zwaar zijn.
Maar een kleine fotocamera zal zeker niet ontbreken in de bagage van de Nederlandse klimmers. In een wereld waar het ongeloof snel op de loer ligt, is het bewijs van de ultieme prestatie ook wel wat waard. ‘Maar,’ houdt Mark zich nogmaals voor: ‘je moet het uiteindelijk vooral voor jezelf doen en niet voor anderen’’
Korte tijd later bleek dat mark de lat te hoog gelegd had. Al snel na de start van de expeditie moest hij afhaken.
‘Wie de lat niet hoog legt zal hem nooit bereiken.’
HW