Leo van Avendonk had de regie een keer niet in handen
april 2016
Bij de uitreiking van de lintjes kwam dit jaar slechts één persoon uit Hulsel en de Mierden in aanmerking voor de versierselen. Leo van Avendonk uit Hooge Mierde werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. Waarnemend burgemeester Harrie Nuijten speldde de verbouwereerde hardloopcoach het lintje op. Het was voor die twee een onverwacht weerzien.
Inzet en enthousiasme. Het zijn twee kenmerken waar Leo al jaren zijn weg mee bewandeld. Als een van de jongsten uit een gezin van zeventien kinderen (!!) wist hij al vroeg dat snelheid belangrijk kon zijn. De pan aardappels thuis op de keukentafel, was in een mum van tijd leeg: dus je moest zorgen dat je erbij was.
Maar zijn sportieve inslag had weer een totaal andere reden. Van jongsaf zat het bewegen en het sporten hem in het bloed. Hij handbalde jarenlang bij clubs als Saturnus (Bladel) en HVV (Veldhoven) en was altijd een motivator in het team. Toen hij eind jaren tachtig met de atletiek in aanraking kwam, zag hij daar weer een nieuwe uitdaging in. Hij beperkte zich niet alleen tot hardlopen: hij begon ook al snel trainingen te verzorgen en uitdagingen te organiseren. Zo wist hij een hele club in beweging te krijgen om estafettes te lopen, van Lourdes tot aan Poolse Zwarte madonna. Ook liep hij met zijn clubgenoten tochten door de uiterste grenzen van Nederland en de Benelux.
Maar ergens mee bezig zijn is nooit een eindstation met Leo en tien jaar terug besloot hij met enkele anderen een eigen hardloopclub op te richten: De dorpslopers.
Bij de uitreiking van zijn Koninklijke Onderscheiding legde burgemeester Nuijten bewust één maal de klemtoon verkeerd: “Soms zijn het ook wel dorp-slopers,” grapte hij. “Als Leo de clubleden weer eens mee neemt naar een tocht, zoals vorig jaar de estafette langs de Friesche Elfsteden.”
Het ledental van de Dorpslopers groeide in enkele jaren uit tot over de honderd en de leden komen net zo goed van buiten de Mierden als uit Hooge Mierde zelf. Een eigen clubterrein hebben ze er niet, maar er wordt wel altijd creatief gebruik gemaakt van de bestaande middelen. Het dorpscafé van Laurance van Grinsven was jarenlang de uitvalsbasis en rond de Spartelvijver aan de Weeldsedijk maken ze hun eigen parcoursen.
Maar gaandeweg bleken de Dorpslopers meer in zich te hebben dan lopen alleen. Met een groeiende populariteit van Mud-runs en survivalruns, werd ook daar weer op ingespeeld. De obstacleruns zijn inmiddels zo ingeburgerd, dat de Dorpslopers weten dat ze bij een training van Leo altijd nat en vuil thuis kunnen komen. En niet alleen van het zweet..
In het Rabo sporthuis, waar hij invulling aan zijn dagtaak geeft, werd hij overvallen door het Reuselse college, zijn lopersvrienden en heel zijn familie. Totaal verbouwereerd zag hij de stoet aan bekenden binnen komen en voor één keer gebeurde er iets waarbij hij de regie niet in handen had.
Bij de motivatie die tot de aanvraag en toekenning hadden geleid, stond een deel van zijn palmares aan initiatieven en begeleidende activiteiten opgesomd. Het prodeo werk dat hij altijd voor anderen deed om ze aan het bewegen te krijgen. De huisvrouw achter het fornuis vandaan halen en de verzekeringsagent en de boer hardloopschoenen aan laten passen. Van de estafettes om het bevrijdingsvuur in Normandië op te gaan halen, tot het organiseren van de Mierdse stratenloop. Maar zoals bij elke opsomming was de werkelijke lijst te lang om voor te lezen.
Vanuit zijn inzet en enthousiasme slaagde hij er in die dingen te doen waar hij inmiddels een kei is: anderen aan het bewegen krijgen.