Jos Wilborts flikt het weer
IJskoud de koudste op het Baikalmeer in Siberië
Maart 2017
Dat Jos Wilborts (67) uit Biest Houtakker zijn hand niet omdraait voor een ijskoude kilometer méér, was al langer bekend. Onlangs voegde hij met zijn deelname aan de schaatsmarathon op het Russische Baikalmeer weer een mooie regel toe aan zijn palmares. Bij een temperatuur tot -35 graden trotseerde hij sneeuw en kruiend ijs.
Hij reed al 27 maal (!) de 200 kilometer op de Weissenzee en als in Friesland de Elfstedentocht gehouden zou worden, zou hij zeker vooraan in de startrij staan. Maar bij gebrek aan ijs in Friesland laat de goedlachse Biestenaar zijn schaatsen niet in het vet staan. Hij overbrugt continenten en bindt de ijzers onder in de meest onherbergzame gebieden.Het begon enkele jaren terug met een marathon in Japan. Dat smaakte naar meer en zo kwam Mongolië in beeld: dat werd een prachtige belevenis.’
Na Mongolië kwam er een trip naar Argentinië, waar ver in Patagonië ook weer een mooie ijsvloer op hem lag te wachten. Een jaar later werd er een trip georganiseerd naar de Gele rivier in China en ook daar was hij weer van de partij. Toen hij ontdekte dat er dit jaar een tocht georganiseerd ging worden op het Baikalmeer in Siberië, was hij wederom niet te houden. ‘Ik had dit jaar natuurlijk het geluk dat we enkele dagen op het natuurijs van De Flaes konden oefenen,’ zegt hij. ‘In totaal heb ik dit jaar zo’n 750 km op natuurijs gereden. Dat zijn de kilometers op de Flaes, de Weissenzee en in Rusland bij elkaar opgeteld.’Voor de trip naar het Oosten was de eerste tussenlanding in Moskou. Jos had verwacht er dan bijna te zijn, maar dat viel tegen: hij was daar nog slechts halfweg. Uiteindelijk, na een zeer lange en vermoeiende reis, kwam hij in de buurt van de stad Irkoetsk bij het meer met de grootste zoetwater voorraad ter wereld. Het Baikalmeer is ruim 640 kilometer lang en is met een breedte van 80 kilometer relatief smal. Het meer wordt door ruim 300 rivieren gevoed en is in het midden ruim anderhalve kilometer diep.
Jos over wat hij aantrof daar ter plaatse: ‘We zouden drie dagen achter elkaar elke dag een tocht rijden, telkens naar een volgend dorp. De afstanden waren relatief kort, tot zo’n 80 kilometer per dag. Maar vanaf de eerste meter was al duidelijk dat het superzwaar zou worden. Er was veel kruiend ijs, waarbij de ijsplaten over elkaar schoven. Voeg daaraan grote hopen sneeuw toe, dan weet je dat het bikkelen wordt. Het ijs was op veel plaatsen wel een meter dik, dus we hoefden niet bang te zijn om er door te zakken.Op de eerste dag begonnen we met goede moed aan de tocht. Een dertigtal Nederlanders, samen met vijf Russen. Er reden ook een aantal mountainbikers meer, die spikes in hun banden hadden. Omwille van onze veiligheid kregen we stokken mee. Je krijgt dan de Zweedse manier van schaatsen. Het ziet er dan een beetje uit als langlaufen, maar dan op het ijs met schaatsen aan je voeten. Op de tweede dag waren de elementen nog zwaarder door een aanzwellende storm. Hij ijs was nergens vlak, doordat steeds meer ijsplaten over elkaar schoven. Je moet continue alert zijn en al slalommend steeds de beste route kiezen. De derde dag, een zondag, was de te schaatsen route iets korter, de temperatuur was toen gestegen tot -10 graden. Die dag was super omdat we van het uitzicht konden genieten. Mooie houten huisjes op de oever die je passeert. De organisatie deed er alles aan om de veiligheid van de deelnemers te waarborgen. Zo werd een hovercraft ingezet en was er steeds een speciaal rescueteam aanwezig. We sliepen in houten chalets aan de oever van het meer. Woningen die normaal gesproken alleen in de zomermaanden bewoond zijn.’Na een week werd de terugreis naar Nederland weer ingezet. Behalve zijn schaatsen nam Jos ook de mooie indrukken en herinneringen mee naar de Biest. Het glijden over de eindeloze ijsvlakte en een horizon zo ver weg, dat er geen einde aan lijkt te komen. En dat alles omgeven met gelijkgezinden.
Na ook deze tocht op zijn lijstje afgekruist te hebben, is nog niet alles afgevinkt. ‘Ik heb gehoord dat er volgend seizoen in Canada geschaatst gaat worden, daar heb ik ook wel oren naar,’ zegt hij. ‘Nee, stilzitten is voorlopig nog geen optie’.