John Meulenbroeks met museum naar bankgebouw Hooge Mierde

 Trompetter, hilverbode en ED 1999
 
John Meulenbroeks weet de schatten van zijn oorlogsmuseum veilig opgeborgen. De winnaar van de cultuurprijs 2004, een prijs die hij kreeg voor zijn inzet voor de (oorlogs)geschiedenis, kocht de plaatselijke Rabobank op en is daarmee in een klap van het huisvestingsprobleem van zijn museum af. Lang had hij het voornemen om zijn historisch museum ‘De bewongen jaren ’39-’50’ te gaan huisvesten in de plaatselijke pastorie. De veiligheid van zijn spullen daar en tal van andere procedures hielden lange tijd de verhuizing van zijn museum tegen.
“Vooral die veiligheid want vergeet niet dat andere musea zoals in Best en Overloon ook te maken hadden met diefstal. Daarnaast was er voor huisvesting in de pastorie een probleem voor de bezoekers omdat we het museum op de bovenverdieping wilden huisvesten. De bereikbaarheid voor minder validen en het ontbreken van een vluchtweg in het monumentale gebouw was een serieus probleem”.
 
John Meulenbroeks raakte besmet met het ‘oorlogsvirus’ toen hij in zijn tienerjaren een historisch museum bezocht. Terwijl pa en ma al aan de broodjes zaten struinde John tot in het kleinste hoekje het museum af: een wereld ging daar voor hem open.
Weer terug in Hooge Mierde liet het hem niet los en In zijn woonplaats ging hij zelf op zoek naar het oorlogsverleden. Hij stuitte er op de overblijfselen, maar ook op de verhalen van de ooggetuigen van toen. Hij legde contacten, tekende de verhalen op en breidde zijn grenzen daarbij steeds verder uit. Hij correspondeerde met oud-strijders in Engeland en Frankrijk en raakte ook betrokken bij de oud Indië strijders. In de uithoeken van zijn eigen café de Bijenkorf stapelden intussen de oudheden zich op.
 
Museum
 
In 1993 was John betrokken bij de oprichting van heemkundegroep De Mierden die startte met een expositie over de oorlogsherinneringen in de Mierden. Enkele jaren later besloot hij om zijn zolder in te richten met alle verzamelde spullen: de start van zijn museum.
Maar de toestroom van spullen bleef doorgaan en de zolder werd te klein. Nadat afgelopen jaar het zestigste bevrijdingsjaar werd gevierd besloot John dat het er maar eens vaart in moest. Met de aankoop van het voormalige bankgebouw stelt hij de toekomst veilig.
“Het museum is mijn ziel en mijn zaligheid,” zegt de café houder die in zijn vrije tijd nog bevelvoerder is van de brandweerpost in de Mierden. Hij heeft een stichting opgericht en zoekt nu vrijwilligers om tijdens de openingsuren rondleidingen te geven. “Ik hoop dat er nog mensen te vinden zijn die vanuit persoonlijke herinnering iets kunnen vertellen over die tijd,” zegt hij. “Vanuit de scholen is een groeiende belangstelling voor deze geschiedenis”.
Tegelijk met het museum verhuist ook de heemkundegroep De Mierden mee naar de Floreffestraat. En het niet doorgaan van de pastorie als locatie? ‘Ach, we hebben uitzicht op zowel kerk als pastorie en bovendien is het een mooie locatie met parkeer gelegenheid voor de deur , “ zegt hij.
HW