Torentje van oude klooster geplaatst in Mariahof

weekbladen 2000
 
Honderdeenentwintig jaar nadat de eerste zusters Franscicanessen zich in Reusel vestigden werd het laatste tastbare bewijs van de aanwezigheid van de ‘nonnen’ in Reusel in ere hersteld. Het klokketorentje dat sinds de herbouw van het klooster in 1959 als een karakteristiek monument op het gebouw stond bleef bij de sloop bewaard en werd opgeknapt door de man die het destijds ook gemaakt had.
Hij keek er niet vreemd van op toen hem indertijd gevraagd werd om het torentje, net als de rest van het gebouw ontworpen door architect van Halteren, te maken. Jan Schellens van het gelijknamige installatie bedrijf had in die tijd al heel het onderhoud van de kloosters van de zusters en de fraters. Toen het klooster opnieuw opgebouwd werd nadat het in de laatste oorlogsjaren verwoest was, tekende hij met zijn installatie bedrijf voor de aanleg van water, riolering en sanitair. “Het was voor mij en mijn bedrijf een groot karwei dus ik moest er wel even over nadenken,” zegt Jan 40 jaar later over de aanbesteding van het werk voor de nieuwbouw. Het was echter ook een uitdaging om er aan te beginnen. Bovendien had hij ook al de nodige ervaring als smid doordat hij van jongs af aan in de smederij van zijn vader mee had gewerkt. Het maken van smeedwerk was een van de werkzaamheden die hij hierbij tegenkwam en tot op de dag van vandaag sieren letters van zijn hand diverse gebouwen. Het zunneke in Reusel, de Pals in Bladel, Wolvershoek in Duizel, villa Langendijk in Veldhoven en d’ n Opstap in Lage Mierde zijn daar voorbeelden van. Toen Jan de zaak overnam van zijn vader kwam hij mede door het onderhoud van de kloosters steeds meer in het installatiewerk terecht, iets waar hij zich meer en meer in specialiseerde. Het smeedwerk bleef in latere jaren een liefhebberij waar hij zich nu en dan nog mee bezig hield.
Van de bouw van het torentje zijn niet alle bouwtekeningen meer bewaard gebleven. “Jammer,” zegt Jan “maar het is niet anders”.
Gewichtig
Bij de heemkundekring in Reusel had men in de gaten dat het torentje karakteristieke waarde had en de vereniging spande zich in om het te behoeden voor de slopershamer. Er werd contact gelegd met monumentenzorg wat resulteerde in een initiatief om het opnieuw in Reusel te plaatsen: niet opnieuw op het dak van een gebouw maar nu op de grond. Voor het echter geplaatst kon worden moest het opgeknapt worden. In de archieven kwam de naam van Jan Schellens naar boven als de man die het gemaakt had: wat was er logischer dan opnieuw deze man te vragen om het op te knappen.
Jan (79) die inmiddels van zijn pensioen geniet komt nog graag op het bedrijf dat nu door twee van zijn zonen gerund wordt. Het opknappen van het torentje was meteen een excuus om weer eens op de zaak te zijn. Doordat hij nu zelf zijn tijd in kan delen kon hij de tijd nemen voor het werk, dit in tegenstelling tot vroeger toen hij het torentje maakte. “Het was een hele andere tijd: we werkten vaak 70 uur per week en zelfs de Zondag werd benut voor het bijwerken van de boeken”. Bij het opknappen kreeg Jan de hulp van Bert Panjoel, een van zijn trouwste medewerkers die meer als 40 jaar bij hem in dienst was en die ook nog graag de handen uit de mouwen steekt.
Het torentje was via een houten plaat verankerd geweest aan het dak. Deze plaat was rot en werd verwijderd. Omdat hij nu op de grond geplaatst werd moest er ook een bodem onder van bestendig materiaal. Het vervoer van het karakteristieke voorwerp had ook zijn tol geëist. Er zaten deuken in de koperen bol die bovenop de constructie van pijpen staat. Bovenop de bol staat een kruis van smeedijzer dat verdikte uiteinden heeft. “Het geval is zwaarder als je zou veronderstellen,” zegt Jan. “In de ronde pijpen op de vier hoeken zit beton gegoten”. De klok die door de firma Eysbouts uit Asten is gegoten is op dit moment nog niet in het torentje aanwezig. “Het is de bedoeling dat hij moet kunnen luiden maar hij moet ook goed vast te zetten zijn” zegt Jan die daarmee aangeeft dat men vooraf al rekening houdt met grappenmakers die anders wel heel gemakkelijk de rust in de Mariahof kunnen verstoren.
Het torentje is 1.20 x 1.20 meter en 3.60 meter hoog. 
Onder op het geheel zal een plaquette komen met een inscriptie. Wat daar op komt te staan is voor het publiek nog een verrassing: dit zal duidelijk worden bij de officiële installatie die later dit jaar op een nader te bepalen tijdstip plaats zal vinden. Voor Jan Schellens persoonlijk hoeft die “poespas” niet. Hij heeft al genoeg plezier aan beleefd aan het opknappen van het torentje.
Het torentje is geplaatst op het uiteinde van de jeu de boulesbaan en zal rondom bestraat worden. Twee spotjes zullen ervoor zorgen dat het ook bij avond zichtbaar is.
HW 2000