Suikerbieten maar dan een beetje pikant
Brada 26 maart 2012
Hooge Mierde – “Ik heb altijd een noodvoorraad voedsel in huis want als je eenmaal een hongerwinter mee hebt gemaakt blijft dat je altijd bij.” Mien Botermans-Brands uit Goirle bezocht zaterdag de expositie over de Hongerwinter ’44-’45. Het was het openingsweekend voor deze expositie in museum De bewogen Jaren in Hooge Mierde.
“Wij woonden in Gouda en er was in die bewuste winter overal tekort aan. Doordat het ook een extreem koude winter was kwam er nog een probleem bij. De kachel kon slechts blijven branden door bielzen onder het spoort uit te slopen.”
Mien was de oudste in een gezin met zes kinderen. Ze was twaalf jaar oud toen het zuiden bevrijd was en er boven de rivieren de honger uitbrak .“Vader werkte bij de spoorwegen en er kwam een oproep voor een algehele staking. Naast de tekorten aan voedsel en brandstof kwam daar toen ook nog de angst voor een razzia bij. Vader kon opgepakt worden en verstopte zich daarom in het veld. Als moeder een rode zakdoek tussen de was had hangen was de kust weer veilig”
In het gezin Brands was moeder inventief om toch nog iets eetbaars op tafel te krijgen, zo maakte ze van suikerbieten lekkere hapjes. De bieten werden gekookt of gebakken in de koekenpan, Mien weet nog precies hoe ze smaakten “Moeder kon ze een tikkeltje pikant klaarmaken, daardoor smaakte het zo slecht nog niet.”
Bij de expositie over de Hongerwinter trof ze zaterdag opnieuw suikerbieten op het menu aan. Het recept is bewaard gebleven door de aantekeningen in het dagboek van Johannes Jansen uit Den Haag. Zijn dagboeken stelde hij in zijn nalatenschap ter beschikking aan het museum in Hooge Mierde. Mary Polman bereidt daar de gerechten, naast suikerbieten ook bloembollen.Kees Botermans, de echtgenoot van Mien, proefde voor het eerst de niet alledaagse gerechten. “Ik woonde in die tijd in Goirle, daar hadden we dit soort dingen niet op tafel. De smaak van de suikerbieten vindt hij meevallen maar één keer proeven vindt hij voldoende.“Aan het einde van de oorlog kregen we Zweeds brood verstrekt,” blikt Mien terug. “Het was een zegen, toen pas merkten we wat we gemist hadden. Moeder had toen nog 1 wekfles met vlees over die had ze altijd achter de hand gehouden voor het geval dat er iemand ziek zou worden.” Naast de typische oorlogsgerechten is er ook veel beeldmateriaal uit het laatste oorlogsjaar in het museum. Zwart geschilderde lampen en verduisteringsplaatjes voor op de fietsverlichting.Museum de Bewogen jaren is geopend van donderdag t/m zondag van 13.00-17.00 uur. De expositie over de Hongerwinter blijft nog tot begin augustus.