Twee maal de koningsvogel en véél worst
Henk van Stokkom Halve eeuw gildelid
Lage Mierde – Toen Henk van Stokkom zich in 1958 bij het gilde St Sebastiaan aanmeldde had hij net de plaatselijke slagerij van zijn schoonvader overgenomen. Bij het gilde konden ze zo’n worstenmaker wel waarderen en ze koesterden hem jaar na jaar. Op elke teerdag moest er een varken geslacht worden om de tafels rijkelijk te vullen, de opbrengst werd nog met opbod verkocht om de kas te spekken. Henk deed er nooit moeilijk over om weer een varken te kelen maar Koning worden, dat was toch iets anders.
 
“Toen ik net lid was geworden werd er geschoten om het Koningschap. Ik had zoiets ‘dat hoef ik niet te worden’. Het schept veel verplichtingen zoals het schieten op de gildedagen en voorop gaan in de kerkdiensten. Nee, daar had ik met mijn eigen slagerij geen tijd voor. Dat was dag en nacht hard werken.
Pas in 1966 werd er opnieuw geschoten om de Koningstitel en Henk besloot toch mee te doen. “Voor de gezelligheid,” zoals hij later zou zeggen. Hoe groot of hoe klein zou de kans zijn dat net hij de Koningsvogel zou vellen?
Met zijn handboog legde Henk aan op het doel dat op een twaalf meter hoge paal stond. Een van zijn eerste schoten was een voltreffer en de hele vogel stortte ter aarde. “Dat had ik niet verwacht,” zucht hij als hij eraan terug denkt. Als Koning zou ik ook zelf een zilveren schild moeten bekostigen, we hadden een gezin met vijf kinderen en waren de zaak nog aan het opbouwen, dat kwam niet goed uit”.
Henk besloot tot een nooit vertoonde actie: hij betaalde een knaak en liet de vogel terugplaatsen. Enkele ronden later gebeurde het onvermijdelijke. Henk bleek in de vorm van zijn leven en haalde het laatste stuk opnieuw zelf naar beneden. “Toen berustte ik er maar in, ik heb wel meteen voorgesteld om elke vier jaar te gaan schieten, dat doen ze nu nog.”
 
Henk bleef bij St Sebastiaan de man die hij altijd was. Onbaatzuchtig en loyaal, altijd aanwezig maar nooit op de voorgrond. Nooit deed een van de leden vergeefs een beroep op hem. Ook niet toen een plaatselijk aannemer zich met twee vette varkens wilde inkopen in het gilde. Henk vertrok geen spier en slachtte ze allebei. De tafel was nog beter gevuld en met het resterende de kas nog beter gespekt. “Zelfs de staart werd per opbod verkocht en bracht nog 25 gulden op,” grinnikt hij.