Tram terug in Bladelse straatbeeld.
Oude rails inspireerde Harrie Klessens
Bladel. Van 1897 tot in de dertiger jaren was Bladel een van de halteplaatsen van de tramlijn, die de Kempen verbond met Antwerpen. Voor Bladelnaar Harrie Klessens is dat gegeven voldoende om de tram nooit meer te laten vergeten. Toen hij enkele stukken originele Bladelse treinrails in bezit kreeg wou hij er meer mee doen: hij ging aan het knutselen en maakte een plaquette van een tram. De rails vormt daarbij het raamwerk waar de tram in staat. Als het aan hem ligt komt de tram met de rails weer terug langs het oude tracé.
“Ik moest wat oud ijzer ophalen bij een Bladelse familie. Ik hoorde het net iets te laat want toen ik kwam hadden ze het een dag eerder met het oudijzer mee gegeven. Gelukkig bleken diezelfde mensen in hun tuin nog meer ijzer te hebben waar ze de oorsprong niet van kenden. Toen ik ging kijken zag ik een stuk tramrails dat gebruikt werd als afrasteringpaal. Zo kwam ik toch nog in het bezit van een stuk originele Bladelse rails.”
Harrie Klessens verzameld graag, vooral als het spul een culturele waarde heeft. In zijn schuurtje vind je oude weegwerktuigen maar ook oude foto’s. “Mijn interesse voor de tram begon bij een oom die aan de Bleijenhoek woonde. Ik wist dat hij bij zijn huis rails van het oude tramlijntje verwerkt had. Toen het huis gesloopt werd pakte ik er toch nog langs want mijn broer was me voor.”
Toen hij onlangs toch nog rails op de kop tikte wilde hij er meer mee doen. Een foto en een krantenartikel uit 1897 over de opening van de lijn door de Kempen zetten hem verder op het spoor.
“De tram kwam vroeger bij de Sniederslaan Bladel binnen en reed er via de Bleijenhoek weer uit. Aan die Bleijenhoek staat ook het heemkundegebouw: eigenlijk zou het daar niet misstaan,” zegt Harrie.
Hij blijkt daar ook al een lijntje uitgezet te hebben en heeft het voornemen om de heemkunde vereniging te verrassen met het kunstwerk. “Ze bestaan binnenkort 15 jaar, zou toch een aardige geste zijn,” zegt hij.
Het één meter hoge kunstwerk laat de lijnen van een locomotief zien die voorbij rijdt. De oude krant uit 1897 heeft hij zodanig bewerkt dat deze als informatiepaneel aan de tram vast zit. Een verkeersbord met daarop een oude tram versterkt de sfeer van weleer: een fluit, piepende wielen die zich in beweging zetten en het sissen van de witte stoom die uit de locomotief omhoog komt.
De Meiersche Courant van zaterdag 3 juli 1897 noemde de opening van het baanvak Eersel-Reusel een grote ‘bronader van welvaart en genot’. Het hart van Bladel werd omschreven als ‘een lusttuin met zijn belommerd marktpleintje’.
Al deze lovende woorden konden niet verhinderen dat de tram een kleine veertig jaar later weer uit het straatbeeld van De Kempen verdween. Bus en later automobiel verdrongen het vervoer per spoor maar de bodem voor de Kempische ontwikkeling was wel gelegd.
HW