Van Mook sluit zijn kraam

Reuselse weekmarkt icoon armer

 

ED juni 2012-06-13

 

Reusel – Vandaag, vrijdag 15 juni, staan Hans en Trees van Mook voor het laatst op de Reuselse weekmarkt. Hiermee komt een einde aan twee generaties stoffenhandel Van Mook. In zijn 48-ste handelsjaar legt hij er de pannen op. De bus gaat van de hand en zijn tuintje en zijn schetsboek liggen al op hem te wachten.

“Ik ging al op mijn zeventiende met mijn vader naar mee de straat op,” zegt de scheidende koopman. “Vader had aanvankelijk een stoffenhandel waarmee hij bij de boeren langs de deur ging. Toen ik mee ging helpen gingen we ook de markt op.”

In de achtenveertig jaar dat hij het publiek langs zijn kraam zag trekken maakte hij veel mee. Een mevrouw in Eersel die tot twee maal toe honderd gulden teveel betaalde. En natuurlijk kreeg ze het de week later terug. Hij bouwde een klantenkring op en de coupeuses wisten hem te vinden. Maar het marktleven is niet altijd rozengeur en maneschijn, merkte hij.

“Als het vijftien graden vriest staan we er ook,” legt hij uit. “Het sjouwen met die zware stoffen kostte mij mijn rug maar toch bleven we doorgaan. In Valkenswaard probeerden we een plaatsje te krijgen, daar moesten we loten. Konden we om niets weer naar huis.”

Het marktleven is soms ook gewoon een harde strijd om te overleven, merkte de Reuselse stoffenman. “Soms was er ordinair strijd om de boterham. Wie heeft de beste plaats, wie staat er het eerst.”

Hans Van Mook is groot van postuur maar diep van binnen klopt een klein hartje. Hij koestert zijn Trees, ooit nam zij het een lange periode van hem over toen het slechter met hem ging. Als hij daar over vertelt zakt het volume even. De laatste jaren stonden ze met zijn tweetjes in de kraam. De markten van Reusel, Bladel, Eersel, Baarle Nassau en Hilvarenbeek. Op het laatst was er alleen nog maar Reusel over.

“Het wordt allemaal minder,” zegt Trees voorzichtig. “De vrouwen werken buiten de deur en kopen goedkoop geproduceerde Chinese kledij. Er was een tijd dat we hier met vijf stoffenkramen hier op de markt stonden. Nu vallen er steeds meer gaten en zijn wij de laatste stoffenhandel. Nu wij er ook mee ophouden moeten de mensen naar elders. Nee, het wordt echt allemaal minder. Ook de tijd dat de Belgen voor een vette boterham zorgden is passé. Wat blijft zijn onze leuke herinneringen. Herinneringen aan hard werken, maar ook herinneringen aan de leuke kleding die de mensen maakten. Gemaakt van stoffen van Van Mook.”