Als apostel op weg.
Zuster Febronie was 15 jaar directrice MAVO Reusel.
 
eigen reportage 1999
 
Op weg vanuit een keuze die te maken had met geloof en religie maar ook op weg in het leven om idealen te verwezenlijken vanuit een overtuiging.
De weg van zuster Febronie Brummans die van 1960-1975 directrice was van de MAVO in Reusel en daar de invoering van de mammoetwet meemaakte in 1968.
Op het moment dat het onderwijs weer een nieuwe fase inging met het ‘Studiehuis’, en de scholieren weer in meer vakken examen moesten gaan doen, is de oude verdwenen.
Het middelbare onderwijs zoals in Reusel ging op in het grotere geheel
 
“Ik was de jongste uit een gezin met 5 kinderen en toen mijn zus een vriend had ging ik nadenken oven mijn eigen toekomst”. Aan het woord is Zuster Febronie, geboren als Imelda Brummans. De kleur van haar haar en de tekenen van haar gelaatstrekken doen een hoge leeftijd vermoeden maar als ze 84 noemt is dat niet in overeenstemming met de energie die ze nog uitstraalt. Kwiek en energiek leidt ze haar bezoekers door het grote gebouw van de zuster Franciscanessen in Veghel, waar 125 zusters in 5 groepen wonen. “Mijn jeugd werd richting gegeven door mijn vader die vond dat zijn kinderen een behoorlijke opleiding moesten hebben genoten. ‘Als er twee van de meisjes vroedvrouw worden, kunnen er twee het onderwijs in’ moet de ambtenaar uit Meyel gezegd hebben. Moeder was het er niet echt mee eens en zo kon het gebeuren dat alle vier meisjes in het gezin het onderwijs in gingen. De kweekschool werd vlot doorlopen door de jonge Imelda en in ‘33 behaalde ze haar onderwijs bevoegdheid waarna ze met haar diploma op zak de arbeidsmarkt op ging. “Net op dat moment was er een overschot aan onderwijzers, waardoor ik als kwekeling-met akte her en der wat invalswerk kon verrichten. Ik verdiende een tientje per maand waarmee ik mijn vervolgstudie voor de hoofdakte nog niet eens kon betalen”.
Mijn toekomst hoefde voor mij niet in Nederland te liggen.
“Het ontwikkelingswerk in het algemeen en in een aantal landen in het bijzonder trok mij,” zo kijkt zuster Febronie terug op het moment dat zij de keuze maakte die de rest van haar leven ging bepalen. Ik droomde van Brazilië doordat mijn lerares Frans daar vaak van vertelde en ik had veel belangstelling voor de Afrikaanse landen. Ik dacht er veel over na en ging er over lezen. De enige manier voor mij om daar te komen was om in het klooster te gaan en van daaruit uitgezonden te worden. Ze besloot bij haar enige broer te rade te gaan die priester was geworden en die door de bisschop ook in het onderwijs was geplaatst. “Hij vond het een goed idee dat ik in het klooster ging maar raadde me sterk af om naar Brazilië of Afrika te gaan.” De broer van Febronie zag meer heil in een land als Indonesië door de positie van de vrouw in de gezondheidszorg en het onderwijs, maar ook doordat Nederland in zijn ogen daar een schuld had opgebouwd waar door de inzet van vrijwilligers uit Nederland een dubbel goed doel gediend kon zijn. “Er kwam nog bij dat Indonesië het salarisstelsel kende en Febronie ging op zoek naar een congregatie die banden had met dat land. Op het moment dat ik de uiteindelijke keuze maakte was bovendien mijn vader erg ziek en met de oorlogsdreiging in ‘38 voor de deur wilde ik rekening houden met waar ik terecht kon komen.
Franciscanessen
Na in 1939 in te zijn getreden bij de congregatie van de Franciscanessen in Veghel volgde een vormingsjaar waarna ze ging werken in het basisonderwijs. In de 2 uur vrije tijd per dag die ze had studeerde ze verder en behaalde diploma’s in Engels, Frans en Duits. Het was een tijd dat als je naast je hoofdakte nog twee andere bevoegdheden had , je automatisch aan de ULO les kon geven. Haar loopbaan bracht haar naar de ULO in Veghel en later in Deurne waar ze al snel de functie van directrice vervulde.
“Het zendingswerk naar Indonesië, notabene de drijfveer om me voor deze congregatie aan te melden, kwam gaandeweg niet meer aan bod. Mijn eigen gezondheid speelde hierin ook een rol.” Spijt lijkt Febronie hier niet van te hebben maar toen ze in 1960 hoorde dat ze overgeplaatst zou worden naar de ULO in Reusel moest ze toch wel even slikken.
De Ulo in Reusel
Nog eerder dan de omliggende dorpen Bladel, Eersel en Hilvarenbeek had Reusel een vorm van voortgezet onderwijs, waarvan de oorsprong al te vinden is in 1879. Op initiatief van Pastoor van der Wee werd een weeshuis voor meisjes opgericht onder leiding van de Franciscanessen te Veghel. Toen in 1914 leslokalen gebouwd werden was er sprake van voortgezet onderwijs aan de St. Joseph school. In 1920 werden er 3 lokalen gebouwd voor de huishoudschool en op 1 oktober 1931 werd de ULO opgericht. Onder de eerste 6 examen kandidaten waren o.a. Jo Iemants en Marietje Somers. Het zustersklooster was in 1944 platgegooid bij de oorlogshandelingen in Reusel en in 1950 was de eerste schop in de grond gegaan voor de bouw van de nieuwe gebouw voor de ULO aan de Kruisstraat. Febronie loste er in 1960 zuster Jacoba Kloppenberg af als hoofd. “Nee, dat kan ik niet, dat is niets voor mij,” was haar eerste reactie toen ze vernam dat ze naar Reusel moest voor de functie als hoofd. “Deo Gratias, was een standaard reactie van ons, wat zoiets betekent als: dank aan God, waarmee je het dan maar accepteerde.”
Achteraf kijkt zuster Febronie met de meest positieve gevoelens terug op de tijd dat ze in Reusel verbleef.
In Reusel ligt mijn levenswerk.
Anno 1999 is de Mavo in Reusel er niet meer. Ambitieuze centrumplannen walsten het gebied plat waarop het klooster, de oude huishoudschool, basisschool en de Mavo stonden. Een rij nieuwe woningen geven de vooruitgang vorm en wie kent nog het beeld van de oude Mavo aan de Kruisstraat?
“Doordat ik in Reusel een vaste werkplek kreeg, vond ik meer stabiliteit in mijn leven,” zo blikt Febronie terug. “Een gemakkelijke tijd was het geenszins als je bekijkt dat ik niet alleen de algehele leiding van de Mavo kreeg, maar ook de zeggenschap over het meisjes pensionaat dat er nog was bij de zusters aldaar. In het pensionaat zat een zeer gemêleerde groep van jonge meisjes. Ze kwamen uit het hele land, en sommigen uit het buitenland. We hadden onze handen vol aan deze pubers die we overdag in het onderwijs hadden en ‘s avonds in het pension discipline bij trachtten te brengen. Als je na een drukke werkdag van school af kwam, vielen de problemen in het pensionaat meteen over je heen”.
Wie aan de Mavo in Reusel denkt ziet vaak de persoon van Febronie nog voor zich. Klein van stuk en met een innemend voorkomen trad ze iedereen open tegemoet.De leerlingen die het niet gemakkelijk hadden lagen haar na aan het hart en konden steeds op een stuk extra aandacht rekenen. “Ik kan me nog een ouder herinneren die tegen de vakantie kwam vragen of er iets aan te doen was om haar zoon toch nog voorwaardelijk over te laten gaan. Na bij de diverse leraren persoonlijk de cijfers bekeken te hebben konden enkele cijfers zo afgerond worden dat de weegschaal net de goede kant doorsloeg. De jongen in kwestie dobberde door en haalde uiteindelijk zijn diploma. Wat schetst mijn verbazing toen ik hem enige jaren later als docent op diezelfde Mavo aantrof.....
Het verhaal tekent niet alleen de betrokkenheid van Febronie maar ook van de school, een uitstraling die niet onopgemerkt bleef. “Het gebeurde dat ‘moeilijke’ gevallen van buiten de regio hier op school geplaatst werden om er toch nog iets van te maken. Niets gaf meer voldoening dan wanneer je de personen in kwestie later nog eens tegenkwam en je merkte dat ze het inderdaad gered hadden in hun studie en een plekje hadden gevonden in de maatschappij.
Zürich 1974
Van de Reuselse tijd zijn bij Febronie een aantal jaartallen speciaal bijgebleven. “allereerst was er natuurlijk 1968, het jaar dat de mammoetwet werd ingevoerd waardoor niet alleen het onderwijs maar ook de discipline verdween”. Waar eerder een leerling aangesproken kon worden als zijn tafeltje beschadigd was, kwamen er daarna roosters met wisselende vakken. “Organisatorisch veranderde er veel en ik werd meer manager, wat ik wel jammer vond”. Wat ook voor bijzondere herinneringen zorgde was het schoolreisje van de groep die in 1974 afscheid nam. De jongeren van toen, die dit jaar bij hun reünie terugkijken op 25 jaar Mavo diploma, gingen op het eind van hun studietijd een reis maken waar ook Febronie en enkele andere leerkrachten bij waren. Wat begon als een idyllisch schoolreisje eindigde bijna in een nachtmerrie door een ongeluk op de Rigi in Zwitserland.
“Nadat we met een tandrad-treintje naar boven waren gebracht zouden we te voet afdalen. Sommige leerlingen deden dit te snel en eentje viel er in een ravijn.” Zuster Febronie heeft nog het zweet in haar handen staan als ze terug denkt aan het moment dat ze samen met de gewonde leerling in een extra treintje op weg was naar het ziekenhuis. “Ik liet al snel telefonisch aan de anderen weten dat alles in orde was, ook al was ik daar op dat moment nog lang niet zeker van.” Uiteindelijk liep het allemaal goed af maar Febronie merkte dat de jeugd veranderde en dat dit weer zijn eigen specifieke problemen met zich mee bracht.
Op het einde van het schooljaar van 1975 nam ze afscheid en werd ze opgevolgd door Jos Bressers die daarvoor lange tijd adjunct directeur was geweest.
Na de schooltijd
Na Reusel volgde een periode waarin Febronie leiding gaf aan de ‘communiteit’ in Veldhoven en later deed ze nog 3 jaar vanuit Reusel het secretariaatswerk van de St. Jan in Den Bosch.   Lichamelijk ongemak bleef haar niet bespaard maar na een ingrijpende operatie pakte ze de draad van het leven weer op. Zonder specifieke taak werd ze overgeplaatst naar Veldhoven en later naar Veghel, waar ze in 1990 begon met het schrijven van een aantal boeken. Ze beschreef haar eigen leven en ook over de geschiedenis van de congregatie waartoe ze behoort. Ook ‘Geloven is dynamisch’ en de trilogie ‘De geschiedenis van moeder Theresia’ zijn van haar hand.
Zuster Febronie Brummans: “Elke keuze die je maakt is moeilijk en twijfel kennen we allemaal”
HW 1999
 
 
.

Vul hier de tekst in die op de pagina moet komen