BOEREN MET ALTERNATIEVEN
De boeren in Nederland maken van tijd tot tijd een periode door waarin ze zich aan moeten passen. Voor boeren is dit niets nieuws: Brabantse boeren hebben in het verleden al bewezen zich als geen ander aan te kunnen passen aan veranderende situaties. Ook nu, in een periode waarin de overheid beperkingen oplegt aan de ondernemers en de ruimte schaars is, passen boeren zich aan en gaan ze op zoek naar alternatieven. In een tweewekelijkse rubriek wordt een bedrijf belicht dat alternatieven zoekt in zijn bedrijfsvoering in de ruimste zin van het woord. Harrie Wenting op bezoek bij Sjan en Toon van Loon in Hulsel.
Aan de Hoef in Hulsel, tegen het beekdal van ‘De Raamloop’ gelegen, ligt de boerderij van Toon en Sjan van Loon. Een gesloten varkensbedrijf dat een stal leeg heeft die gerenoveerd moet worden. Worden het opnieuw varkens in de stal of zijn er ook andere mogelijkheden? Het is 1994 als Toon en Sjan besluiten dat er een alternatief voor hen is. Het wordt een hondenkennel: ‘van ‘ t Hoefdal’.
Op het erf van de familie van Loon was altijd wel een hond aanwezig. Hij bewaakte het erf en was ook wel eens in huis te vinden: het was een vriend voor het hele gezin. Toen er enkele honden bijkwamen en de hobby meer om het lijf kreeg stelde Toon zijn vrouw de vraag: Zou het iets zijn om er meer mee te doen? Toen in 1994 een stal leeg stond kwam meteen in beeld waar deze nieuwe bedrijfstak plaats kon vinden en ze gingen eens op een rijtje zetten wat er bij komt kijken als je verder wil gaan in deze bedrijfstak.
Er werden inlichtingen ingewonnen bij de dierenbescherming en bij de gemeente werd geïnformeerd aan welke eisen je moest voldoen om een hondenkennel te runnen. De eisen bleken per gemeente te verschillen en in Reusel/de Mierden is het zo dat als je meer als 16 honden of 4 nesten met pups hebt, je een vergunning moet hebben. Ook moest er een aanpassing komen van het bestemmingsplan.
Voor het verkrijgen van de milieuvergunning bleek het nodig om een akoestisch rapport te hebben en ook een vakdiploma was een van de eisen: Sjan besloot om terug de schoolbanken in te gaan. Het vakdiploma was te halen in Arnhem waar ze 1 dag per week naar school ging. Er zat ook een stage periode verbonden aan de opleiding, een studie die met een slagings-percentage van 40 % als pittig te boek staat. Sjan leerde er veel over de medische verzorging van honden, de leer van de diverse hondenrassen en ook de regels die van belang zijn voor het runnen van een hondenkennel. De opleiding “Vakbekwaamheid volgens het honden en katten besluit” werd met goed gevolg afgesloten en Hulsel was een gediplomeerde kennelhoudster rijker.
Inmiddels was Toon zich gaan verdiepen in de opbouw van een bestand met verschillende honden rassen om ook daadwerkelijk mee te gaan fokken. Eerst was er een langharige teckel en een Jack Russel en daarna kwamen de Engelse buldog, de West-Highland White terrier, Cavalier King Charles Spaniël, Beagle en Yorkshire Terriër. Van elk ras is naast de moeder hond ook de vader in de kennel aanwezig en Toon blijkt degene die de keuze maakt welke reu bij welk moederdier past. Sjan houdt zich meer bezig met de daadwerkelijke verzorging maar ook met het onderhouden van de contacten. Zo zijn er veel mensen die om informatie vragen over het houden van een hond. Ze vindt het erg belangrijk dat de mensen voordat ze een hond nemen goed nadenken: Wat wil ik en wat past bij mij. Temperament en beweeglijkheid maar ook grootte en specifieke verzorging van de hond zijn dan factoren die een rol spelen. Ze merkt echter ook vaak dat bezoekers emotioneel reageren bij het zien van een nest schattige puppies. Sjan zegt dat ze “al een boek kan schrijven” over de dingen die ze op haar kennel meemaakte. Zo weet ze zich nog mensen te herinneren die vol enthousiasme een Beagle kochten. Enkele weken later werd er gebeld: er waren problemen want de Engelse jachthond was het interieur aan het opeten. “Een goed advies is dan om een gehoorzaamheidscursus met de hond te gaan doen. Het is tijdens zo’ n cursus niet alleen de hond die iets leert maar ook zijn baasje ondervindt hoe hij het beste met zijn huisdier om kan gaan”.
Ook gebeurd het regelmatig dat mensen een hond kopen en vanaf de geboorte van de puppy wekelijks naar Hulsel komen om te kijken naar de groei en ontwikkeling van hun nieuwe huisgenoot.
Ambtenaar
Sjan begon haar carrière na een INAS opleiding als doktersassistente. Ze werkte nog bij het GAK en nadat ze Toon leerde kennen besloten ze samen op zoek te gaan naar een boerderij. “Aan de Hoef in Hulsel kwam de boerderij van Geert van der Heyden te koop en het leek het jonge paar een ideale plek voor een boerenbedrijf, ook al hadden ze hun blik al eens op andere gebieden van Nederland gericht. Zo kon het gebeuren dat Toon niet al te ver van zijn geboorteplaats Reusel een varkenshouderij ging runnen. Op het gesloten varkensbedrijf heeft de hondenkennel inmiddels een vaste plek maar Sjan blijft iemand die over haar grenzen heen blijft kijken. Toen ze enige tijd terug een advertentie zag staan waarin een ambtenaar van de burgerlijke stand gevraagd werd, reageerde ze en ze mocht nog op gesprek komen ook. Ze wist de ambtenaren in Reusel te overtuigen van haar kwaliteiten en werd tegelijk met de huidige burgemeester Demmers v.d.Geest beëdigd als part-time ambtenaar. Er werd nog een speciale cursus voor gevolgd en 1 x per maand is er een paar dat door haar in de echt verbonden wordt.
Het waren overigens activiteiten die in Hulsel wel de aandacht trokken getuige de conclusies die tijdens het jaarlijkse tonpraten getrokken werden. Wachtend op haar vergunning voor de hondenkennel zou Sjan geroepen hebben; ”Het Hoefd-al-nie-mer”, Waarna de ambtenaar de tekst voor de nieuwe kennel noteerde. Sjan kan er gelukkig om lachen: zelf is ze ook niet onbekend in de ton en daarom weet ze het op waarde te schatten.
Het werk in een hondenkennel
Als om 8 uur ‘s-morgens de honden gevoerd worden vindt er tevens een controle plaats hoe de stand van zaken in de hokken is. Om 9 uur gaan ze allemaal naar een buitenren waar ze een behoorlijke tijd verblijven. Als er pups geboren zijn is er natuurlijk extra zorg nodig. Voor de puppies is een overdekte uitloopplaats, ze krijgen entingen door een dierenarts en vanaf 6 weken komt elke nest puppies regelmatig in huis bij de familie v Loon. Sjan vindt het belangrijk dat de jonge honden tijdens de ‘socialisatie fase’ in contact komen met de leefwereld van mensen. Vanaf 7 weken kunnen de jonge hondjes naar een nieuwe eigenaar verhuizen.
Op dit moment zitten er 3 jack Russels en 4 beagles te wachten tot hun nieuwe baasje hen ophaalt.
Alle jonge honden worden nadat ze aangemeld zijn bij de raad van beheer, geregistreerd. Werd er vroeger een tatoeage in de oren gemaakt: tegenwoordig wordt een kleine chip onderhuids ingebracht die met een speciale leespen af te lezen is.
De kennelhouders in Nederland, die verenigd zijn in de Vereniging Voor Beroepsmatige Kennelhouders (VVBK), onderzocht of dit ‘chippen’ ook in eigen beheer uitgevoerd kan worden en of de gegevens via een eigen databank bijgehouden konden worden. Vanaf 1 april ‘98 is men hier daadwerkelijk mee van start gegaan
Contacten
Sjan heeft de afgelopen tijd gemerkt dat ze vooral goed bereikbaar moet zijn voor de mensen die haar benaderen voor inlichtingen en informatie. Ze is op het hele bedrijf bereikbaar en ook tijdens het gesprek wordt ze regelmatig naar de telefoon geroepen. De hondenkennel levert haar ook bijzonder leuke contacten op zo verteld Sjan: “ een jaar geleden kwamen mensen op bezoek voor een dekking van hun hond. Later kwamen ze ons gebak brengen en toen hun jonge hondjes geboren waren werden we uitgenodigd op beschuit met muisjes”. Er zijn ook regelmatig mensen die een foto of een fax sturen om zodoende de fokker op de hoogte te blijven houden van de stand van zaken van de hond die op hun erf geboren is. De contacten die er zijn blijken tot in Duitsland te lopen waar ook al enkele keren een hond naar toe ging. Sjan haar talen kennis werd hierdoor danig op de proef gesteld ook onlangs nog toen ze een beagle verkocht aan een Engelsman.
Op de kennel ‘Van t Hoefdal’ staat het fokken van rashonden voorop. De familie van Loon is lid van een aantal rasverenigingen en de Beagle blijkt de lievelingshond van Sjan te zijn. “Ze hebben een sterke eigen wil en vragen met hun gladde vacht niet al te veel verzorging”. Ze vindt het verder vrolijke honden die overwicht van het baasje vragen en dat is iets dat Sjan wel heeft zo erkent Toon.
In de toekomst wil Sjan met haar kennel graag een rol spelen in het agro-tourisme. Ze acht het mogelijk dat de gemeentelijke plannen om het toerisme te stimuleren ook betrekking kunnen hebben op de attractieve uitstraling die zij met haar bedrijf kan hebben voor belangstellenden. Wellicht lukt het haar om Hulsel hiermee op de landkaart te zetten, iets wat ze mist in de naamgeving van de gemeente Reusel de Mierden waar Hulsel niet in voorkomt.
Enkele jaren na dit interview zijn de wegen van Jeanne en Toon van Loon uiteen gegaan, hun boerderij hebben ze verkocht. 't hoefdal niet meer,' zei Jeanne.
HW 1999/2000