BOEREN MET ALTERNATIEVEN
De geitenhouderij
De boeren in Nederland maken van tijd tot tijd een periode door waarin ze zich aan moeten passen. De consumenten zijn op hun hoede en voor de boeren is dit niet anders. Voor de agrarische sector is dit niets nieuws: Brabantse boeren hebben in het verleden al bewezen zich als geen ander aan te kunnen passen aan veranderende situaties. Ook nu, in een periode waarin de overheid beperkingen oplegt aan de ondernemers, de ruimte schaars is en de markt kwetsbaar, passen boeren zich aan en gaan ze op zoek naar alternatieven.
Soms zijn alternatieven als een neventak op een bedrijf aanwezig maar soms is het de hoofdmoot en is het als een alternatief te zien in de gehele sector.
Vandaag een reportage van een geitenhouderij in Middelbeers waar de familie van Logtestijn verslaggever Harrie Wenting rondleidt op hun bedrijf.
 
De kleine Sofie(2) dartelt guitig achter haar kleine hondje aan en moeder Yvon werpt vanuit de stal een blik op het tweetal. Ze is bezig met de laatste schoonmaakwerkzaamheden van de dag en haar man Erik staat al onder de douche. “Hij was op tijd klaar met melken en bereid zich nu voor op de rondleiding,” lacht de boerin. Even later komt de geboren Soester fris tevoorschijn om enthousiast te vertellen over het bedrijf waar hij samen met Yvon aan bouwt.
‘Ze wilden allemaal boer worden’
Het verhaal van Erik van Logtestijn begint in zijn geboorteplaats Soest, waar de boerenzoon droomde van een eigen boerenbedrijf. Het bleek daar allemaal niet gemakkelijk te zijn en Erik besloot om zijn eigen weg te gaan en een ‘gewone’ baan te gaan zoeken. Hij vond deze door als vertegenwoordiger bij een bedrijf te gaan werken dat zich bezig houdt in de veehouderij.Ook drie van zijn broers droomden ervan om boer te worden en even leek het er nog op dat ze gezamenlijk een nieuw bedrijf op konden gaan bouwen ,maar uiteindelijk ging het niet door. 
“Het leven stond niet stil en er gebeurde veel,” vertelt Erik als hij terug denkt aan die tijd waarin o.a. zijn moeder overleed. Toen hij voor zijn werkgever in Zuid-Nederland moest gaan werken, vestigde hij zich in Hilvarenbeek.
Boerendochter
Erik bracht zijn inboedel over naar Hilvarenbeek, waar hij al snel Yvonne leerde kennen, de Hooge Mierdse boerendochter. De droom om boer te worden leefde nog altijd voort in Erik zijn gedachten. Van zijn broers was er inmiddels eentje geëmigreerd naar Denemarken, maar dat was voor Erik en Yvon geen serieuze optie: “Wat we ook gingen doen, het moest wel hier ergens in de buurt zijn,” zegt Yvon.
Op zoek naar een bedrijfstak kwamen Erik en Yvon om diverse redenen bij de geitenhouderij terecht. “Er waren diverse zaken die meespeelden,” analyseert Erik achteraf. “Wat zeker meespeelde was dat we uit de tijd dat ik met mijn broers plannen maakte, we nog een goedgekeurd afzet contract hadden liggen. Het was mede hierdoor logisch om in die richting verder plannen te maken en uiteindelijk werd het ook de geitenhouderij. “De vooruitzichten en de potentiële groei van de sector speelden bij de keuze zeker een rol,” zo bevestigen Erik en Yvon.
De start van een nieuw bedrijf
Nadat ze in ‘95 de gebouwen van een vertrekkende veehouder hadden gekocht hadden de jonge ondernemers nog een tijd om zich voor te bereiden. In de tijd dat de procedures van vergunningen e.d. liepen volgde Yvon cursussen in het vakgebied en ook Erik legde overal zijn oor te luisteren. De twee zijn behoorlijk goed te spreken over de adviezen die ze her en der kregen en de manier waarop ze door vakgenoten vooruit geholpen werden. Ze merkten wel dat er in de relatief kleine sector nog veel te leren en te ontwikkelen is. “We merkten dat er nog maar weinig onderzoek is gedaan door de overheden naar de mogelijkheden in de sector,” is de voorzichtige conclusie van Erik. “ Er ligt daardoor nog een terrein open en in de toekomst kan de sector nog groeien en de mogelijkheden zullen verder toe nemen,” zo voorspelt de ondernemer.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De witte saanen, een echte melkgeit.
Met zijn krachtige en compacte bouw, grote ogen, bijna altijd rechtopstaande staart en hoorns bij beide seksen, is de geit een ‘holhoornige’. De oorsprong van het dier ligt in Azië en in 1915 werden ze vanuit Zwitserland geimporteerd. De geit is iets kleiner als de bok. De laatste staat bekend om zijn sik, die bij het toenemen der jaren flink kan groeien. In de bronstijd verspreid de bok een sterke geur, waar hij de geiten mee lokt.
In de tijd van ‘Bartje’ was de melkgeit een populaire gast op de kleine bedrijfjes. Wie zich geen koe kon permitteren kon altijd nog een geit houden en behalve voor de melk was het dier ook vaak nuttig als het ingespannen werd voor de kar. Anno 1999 blijkt de witte Saanen nog steeds populair, maar dan vooral omdat hij de hoogste melkproduktie en de beste eiwit percentages die hij scoort .
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In de stal waar eerder ooit de koeien in de ligboxen lagen, lopen nu 320 melkgeiten op het verse gele tarwestro. Tussen de geiten dartelen een aantal lammeren: “de jonge bokjes blijven na de geboorte een tijd bij hun moeder’” legt de boer uit. De geitjes gaan meteen na de geboorte naar een andere ruimte, waar ze uit een bakje hun melk drie maal daags voorgezet krijgen. De verzorging van de kleine dieren blijkt vooral het terrein van de boerin te zijn. “Het komt toch wel erg precies,” weet Yvon inmiddels. De allerkleinsten krijgen de bescherming van een warmtelamp en met 6 geitjes in een hokje lijken ze het goed naar de zin te hebben.
In een andere schuur staan twee bokken bij elkaar. Ze hebben het uitzicht op de opgroeiende geiten die in het najaar voor het eerst hun lammeren zullen werpen.
“De bokken hebben op dit moment een rustige periode,” vertelt Erik. Van september tot januari, is de natuurlijke bronstigheid van de geiten en dan zullen de bokken weer in actie komen. Voorlopig is het op de plaats rust”.
Op het bedrijf van de familie Logtestijn worden de geiten door hen zelf opgefokt en ook komt het voor dat opgefokte geiten geleverd worden aan andere bedrijven. Om regelmatig ander ‘bloed’ binnen te krijgen worden er af en toe andere bokken aangekocht.
Erik en Yvon streven ernaar om in de toekomst een geheel gesloten bedrijf te hebben. Het gaan werken met kunstmatige inseminatie zal dan een onderdeel van het geheel zijn omdat dan geen bokken van andere bedrijven betrokken hoeven te worden.
 Na een draagtijd van 145 dagen worden worden de jongen geitjes en bokjes geboren, waarna de moeder geiten twee maal per dag aan mogen sluiten in de rij naar de melkstal.
In dezelfde ruimte waar eerst 2 maal 4 koeien tegelijk gemolken konden worden staan nu 2 maal 20 geiten in de rij om hun melk te geven. “Een goede geit geeft zo’ n 3 liter per dag,” weet Erik. “Met zo’ n 1000 liter per jaar heb je al een goed geit.”
De melk van het bedrijf wordt geleverd aan ‘Amalthea’, een coöperatie met zo’ n 65 leden, waarvan de meesten in Brabant wonen.  
Geitekaas wint aan populariteit
Het belangrijkste eindproduct dat er van de geproduceerde melk gemaakt wordt blijkt niet de geitenkaas te zijn. Drie kwart van de melk is bestemd om er magere geitenmelkpoeder van te maken, en wordt vooral geëxporteert naar een land als Taiwan. “Natuurlijk gaat ook een belangrijk gedeelte van de melk van ons bedrijf weg voor de produktie van de geitenkaas,” zegt Erik. Hij verwacht binnenkort nog gasten uit Frankrijk en hij weet dat ze als geen ander graag een kaasje op tafel hebben om te proeven. “De Zuid-Europese landen zijn zonder uitzondering goede klanten van de Nederlandse geitenboeren en vooral in een kaasland als Frankrijk weten ze een stuk geitenkaas goed te waarderen,” weet Erik. In de geitenwereld volgen de betrokkenen ook met belangstelling de ontwikkelingen die er zijn op het gebied van eetgewoonten en voorkeuren. Het bestanddeel van geitenkaas in salades en andere gerechten is nog steeds groeiende en de top hierin lijkt nog lang niet bereikt.
Een geit in een ligboxenstal
De geiten verblijven continue in de stalruimte en hun enige uitstapje is de weg die ze afleggen naar de melkstal. “De dieren kunnen slecht tegen de weersinvloeden buiten, “ legt Erik uit “en dat is de belangrijkste reden om ze binnen te houden. Bovendien zijn ze ook kwetsbaar voor organismen die ze in de wei tegen kunnen komen.” De dieren in de potstal maken een frisse indruk en drie maal per jaar wordt de opeenstapeling van stro en geitemest afgevoerd. Daar waar de afzet van meststoffen in sommige sectoren een probleem is, blijkt er een behoorlijke vraag te zijn naar de geitenmest uit de potstal. Vooral bij boomkwekers en in de tuinbouw wordt het graag gebruikt.
Voor dag en dauw
Als Erik ‘smorgens om 6 uur opstaat om zijn 320 geiten te gaan melken heeft hij zo’ n 2 uur om alles daaromheen af te werken. Na het melken en het ontbijt vertrekt hij naar zijn werk: hij blijkt nog een volledige baan erlangs te hebben. Yvon neemt het voeren en de verzorging op zich, een taak die ze combineert met het werk in haar eigen huishouding.
“Ik verwacht binnenkort mijn andere baan te kunnen halveren, zodat ik meer tijd over houdt voor de geiten,” zegt Erik. Door hun bedrijf nog uit te breiden tot zo’ n 420 geiten verwachten Erik en Yvon goed op de toekomst voorbereid te zijn.
Toekomst
Met de uitbreiding van de stal heeft Erik een van de belangrijkste doelen in de nabije toekomst genoemd. “De stal wordt breder, zodat er een rij geiten bij kan komen.
Het is niet het enige ideaal dat de van Logtestijns voor de toekomst hebben. Yvon, eerder werkzaam met verstandelijk gehandicapten, ziet op het bedrijf ook goede mogelijkheden met deze doelgroep iets te gaan doen op de boerderij. “Door het bedrijf uit te bouwen tot een zorgboerderij lijken er nog meer mogelijkheden voor de toekomst.” zegt ze hierover.
Yvon bevestig dat het een terrein is waar ze zich nog verder in wil verdiepen en bovendien ziet ze pas meer mogelijkheden wanneer ook Erik meer uren thuis is.
“Wie weet wat de toekomst brengen zal”, zegt de boerin.
Geiten houden in Middelbeers: een interessante aanvulling voor de bestaande boerenstand.
Geiten houden in Nederland? een tak met toekomstmogelijkheden, zo vinden ze in Middelbeers!
HW 1999/200