Liefhebber van het gewone Brabantse leven
Cor van der Heijden geïmponeerd door Anton Schellens
November 2019
Als we nu om ons heen kijken kunnen we zien wat er nu is, maar hoe zag het er lang geleden eigenlijk uit? Iedereen kan tegenwoordig zijn eigen foto’s maken, maar zo’n honderd jaar terug was dat wel anders. Aan het einde van de achttiende eeuw legden veel Hollandse schilders dat gewone leven al vast, maar omdat hij zelf niet kon schilderen, fotografeerde Eindhovenaar Anton Schellens diezelfde taferelen.
Dertig kilometer van Eindhoven vandaan groeide Cor van der Heijden op in een gezin met dertien kinderen. Het gewone leven kreeg hij er met de paplepel in. “Daarom boeit het mij des te meer,” zegt hij.
Hij kijkt de zaal in en zijn ogen bewegen continue. Elk woord dat hij verteld wordt ondersteund door beeld, beelden die hij verzamelde over de fotograaf Anton Schellens (1887-1954). Cor verdiepte zich in het leven, maar vooral in de foto’s van Schellens en bracht er eerder dit jaar al een boek over uit. Afgelopen week vertelde hij erover, op verzoek van de heemkunde in Reusel.
“Ik kwam in 2002 al op het spoor van Schellens, toen ik een enorme berg foto’s van hem op de kop tikte,” blikt hij terug. Van der Heijden, in het dagelijkse leven leraar geschiedenis in Tilburg, bracht in het verleden al meerdere boeken uit, vrijwel allen voorafgegaan door een grondige historische studie. Zo schreef hij een boek over 100 jaar Imants, een bijzondere fabrikanten familie uit Reusel en maakte hij het gelegenheidsboek ‘Schrandere boeren, schriele besturuders’, bij het opheffen van de gemeente Hulsel-De Mierden. Ook dit keer ging aan de productie van het boek een grondige studie vooraf.
“Aanvankelijk was ik van plan om het nog breder aan te pakken,” blikt hij terug. “Ik wilde er graag de fotografen Coppens en Remery bij betrekken, maar uiteindelijk was dat toch teveel. In 2015 had ik al veel materiaal bij elkaar en in 2019 was het dan zover dat het boek er was.”
Bij de lezing voor het heemkundepubliek vertelt Cor het verhaal, zoals hij dat in zijn boek ook heeft opgebouwd. Over de geschiedenis van de wollenstoffen fabrikanten in Geldrop en Eindhoven. Hoe fabrikantenzoon Schellens het maakt in het leven. Hij zoekt en vindt een vrouw van zijn stand en zet het bedrijf van zijn ouders voort. In de eerste wereldoorlog produceert hij uniformen voor het leger, wat zeker toen een lucratieve business was.
Maar als Schellens om zich heen keek, zag hij niet alleen welvaart, maar vooral ook de armoede bij de Kempische bevolking. Hij zag dat dit zeer bijzonder was, zeker voor de tijd waarin het zich afspeelde. Hardwerkende mensen die een schamel bestaan hadden en grote gezinnen waar veel kinderen al als zuigeling overleden. Het zijn allemaal dingen die Van der Heijden al eerder in zijn leven als studieobject had. Zo bracht hij ook een boek uit over zuigelingensterfte, iets wat Schellens in zijn tijd ook moet hebben gezien.
De Hulselnaar legt in zijn presentatie ook moeiteloos de link met andere Brabanders die het gewone leven zo’n 150 jaar terug al vastlegden. De Bladelnaren Gindra en De Buck die op weg van Antwerpen naar Eindhoven in Bladel bleven steken en daar geboeid keken naar het gewone leven. De foto’s van Anton Schellens vertegenwoordigen een generatie die er niet meer is. Een generatie die we soms nog zien in oude schilderijen, zoal zelfs ook Vincent van Goch ze maakte.
Maar iedereen heeft zijn eigen kwaliteit. Degene die goed kan schilderen, die schilderde, Anton Schellens fotografeerde en Cor van der Heijden vertelt er graag over.