Ans en Stans fietsen 25 jaar naar het werk
Zilveren jubileum van Reuselse tweeling
weekbladen 2000
De Reuselse tweeling Ans Sweyen-Hermans en Stans Jansen-Hermans kunnen de route naar de fabriek onderhand wel dromen. Vijfentwintig jaar door weer en wind en vijfentwintig jaar tussen het schuim, de vlokken en de kussens.
“Het beste wat je altijd kon gebeuren was als je op de maandagmorgen als taak kreeg om in het vlokkenhok de kussens met schuimvlokken te vullen,” zo vertelt Ans als ze terug kijkt op haar ervaringen met het werk. “Zittend in je eentje tussen de vlokken in een aparte ruimte kon je rustig nadenken over het weekend en niemand die je daarbij stoorde”.
Brand in de Pikoreistraat
Het verhaal van de twee zussen begint in de Pikoreistraat in Reusel waar Gus Royakkers een bedrijfje in schuimrubber begon. Hij had personeel nodig om het schuim op maat te snijden en om de kussens te vullen en af te werken. Het schuim zou hem behalve een bijnaam geen windeieren leggen maar een dieptepunt voor het bedrijf was de brand waar het mee te maken kreeg. Niet alleen Royakkers was gedupeerd met die brand: ook Ans was getroffen door dit noodlot want doordat alle administratie verbrand was begon haar dienstverband in feite opnieuw. Toen op dat moment in 1973 ook haar zus in het bedrijf kwam werken hadden ze een goede steun aan elkaar, en “altijd wat te buurten onderweg” zoals Stans aanvult.
Aan de 25 jaar die ze nu op hetzelfde bedrijf werken hebben ze vele leuke herinneringen over gehouden. De barbecue bij de Klok als de vakantie ingezet wordt zijn hoogtepunten voor de tweeëiige tweeling. Met de andere collega’ s binnen het bedrijf hebben de zussen een goed contact. “Toen een jaar terug mijn man overleed waren de collega’ s een niet te missen steun voor mij. Ze sleepten mij door moeilijke momenten heen,” zegt Ans die sindsdien nog meer de steun van Stans opzoekt. Stans zal het jubileum natuurlijk vieren samen met haar man en kinderen maar wat er binnen het bedrijf ondernomen wordt is voor hen nog de vraag. “We zijn de eerste zilveren jubilarissen op de fabriek” zegt Ans “en tot nu toe hebben we weinig gehoord van festiviteiten die zich af gaan spelen.”
VUT in zicht
Met nog 1 ½ jaar te gaan voor ze officieel in de VUT kunnen gaan, hebben Ans en Stans er nog steeds veel zin in om hun arbeidsprestaties te leveren. In hun oude kloffie -”goeie kleren moet te nie an hebbe want ge wordt erg vuil van ‘t wèrrek”- zullen ze nog met plezier op hun werkplek te vinden zijn. Dat ze dit ooit nog eens zullen missen is iets wat zeker is, maar daar denken ze voorlopig nog maar liever niet aan. Allereerst zijn hun gedachten bij 6 november als Stans om kwart over 8 bij Ans langs fietst om haar op te halen om aan het 26-ste jaar te beginnen op de fabriek waar ze nog nooit met tegenzin naar toe gingen.
HW 2000